Een heel vriendelijk Islamitisch land
Door: josdohmen
Blijf op de hoogte en volg Jos
12 Juli 2012 | Maleisië, Kuala Lumpur
Mijn laatste avond in Singapore is iets anders gegaan dan ik had gedacht. Ik wilde het nachtleven van deze stad opzoeken maar raakte in contact met de Duitse Roman en Johanna. Zij reizen 3 vakantieweken door Singapore, Maleisië en Thailand. De hele dag heb ik alleen doorgebracht en ik had iets meer behoefte aan contact voor deze avond. Zij stelden voor om het Marina Bay Sands gebouw te bezoeken. Het bestaat uit 3 gebouwen waar bovenop een ander gebouw in de vorm van een schip rust. Deze middag heb ik dit al gezien maar het uitzicht van boven moet geweldig zijn. Arriverend nemen we de ontzettend snelle lift naar boven.
Allen kijken we onze ogen uit, het uitzicht over Singapore in de avonduren is prachtig. Aan de ene kant zijn miljoenen lichtjes van andere gebouwen te zien en aan de andere kant de lichtjes van de vele schepen die voor anker liggen. Op ons gemak nemen we nog een drankje voordat we onze weg naar de haven vervolgen. In de haven wilde we nog wat drinken maar veel valt er niet te beleven. Na toch een drankje bij een van de vele barretjes te hebben genomen, gaat onze weg terug naar het hostel.
Ik neem rustig mijn tijd om het ’s morgens te ontwaken. Na afscheid genomen te hebben van Roman en Johanna vervolg ik mijn weg naar een moslim eettentje om nog snel iets naar binnen te werken. Het smaakt helemaal niet verkeerd, maar om kip te eten met alleen een vork en een lepel gaat mij niet zo goed af. Nog altijd verkerend in een Indiase wijk kun je best met je handen eten. Dat is dan ook het geen wat ik deed. Na genoten te hebben van deze maaltijd loop ik naar busstation om de bus naar de grenspost met Maleisië te nemen.
Het loopt allemaal voorspoedig en na door de douane te zijn gelopen kom ik uit in de plaats Johor Bahru. Ik vervolg mijn weg het stadje in en weet niet goed waar ik heen moet. Mijn plan is om naar Mersing te gaan om van hieruit de veerboot naar het eiland Palau TIoman te nemen. Na enkele mensen de weg gevraagd te hebben, raak ik een beetje in de stress omdat het voor de eerste keer allemaal niet zo gemakkelijk gaat. Het Engels van de Maleisiërs is stukken minder als dat van Singaporese en in mijn Lonely Planet staat niet veel informatie over dit plaatsje. Iedereen raad mij aan een taxi te nemen naar deze plaats. Het is een 2 uur durende rit en ik zou er voor ongeveer 200 Maleisië Ringgit zijn (wat ongeveer zo’n 50 euro is). Dit is totaal niet wat ik wilde en ik vind een lokale Maleisiër die me voor 80 Ringit wilde brengen.
In de auto vind ik al snel uit dat hij me oplichtte. Opeens was het een auto voor 4 personen en iedere persoon zou 80 Ringit moeten betalen. Voor mij werd het dus 320 Ringit om de hele weg te varen. Ik was het niet met hem eens en vertelde hem dat hij me moest afdroppen bij het lokale busstation. Hij vroeg 60 Ringit voor de 10 minuten durende rit. Ik betaal hem en heb mijn les geleerd. De volgende keer neem ik meer tijd om mijn weg uit te vogelen en vertrouw niet meer op mensen die me een rit voor een prikkie bieden. Uiteindelijk kan ik een busrit voor 11 Ringit boeken.
Mijn bus heeft ongelofelijk veel beenruimte en mijn weg gaat dieper het Maleisiëse achterland in. Vanuit mijn stoel zie ik dat de kilometerteller niet werkt en de versnellingsbak helemaal gaar is. In vergelijking met Australië valt me op hoe groen het in dit land is als ik buiten de stad kom. Gedurende de rit merk ik ook dat het reizen langzamer als in Australië zou gaan. Het is een 120 kilometer lange rit die uiteindelijk 2,5 uur duurt. Ik realiseer me dat ik me meer moet gaan aanpassen aan dit land. Lopend in mijn singlet op het busstation kwam ik erachter dat het niet echt verstandig is om met mijn schouders bloot te lopen in dit Moslimland. Ik zal nog een hoop moeten leren over het backpacken in Azië maar heb er alle vertrouwen in.
Tegen het einde van de middag kom ik aan in Mersing en probeer ik uit te vinden of er vanavond nog een veerboot naar het eiland gaat. De boekingsagent verteld me dat als ik wil er nog een speciale boot om 12 uur vannacht gaat. Het was weliswaar stukken goedkoper maar ik merkte dat ik al aardig moe was. Ik besluit daarom de veerboot voor morgenvroeg te boeken en vervolg mijn weg na een nabijgelegen guesthouse.
Na een bed geboekt te hebben kom ik erachter hoe goedkoop dit land daadwerkelijk is. Mijn bed dat niet meer dan 4 dollar per nacht en eten dat niet meer dan een dollar per bord is maken het allemaal nog plezieriger. Helaas merk ik wel dat als ik later over straat loop er niet echt een nachtleven in deze stad heerst. Twee Roemenen (waarvan ik de naam alweer ben vergeten) en Omar (de eigenaar) die ook in mijn guesthouse verkeren vertellen mij dat er in de kleinere steden van Maleisië niet echt een nachtleven heerst. Omar verteld verder nog dat hij de ambassadeur voor expeditie Robinson is in 17 landen. In eerste instantie dacht ik dat ie ons een broodje aap verhaal verkocht maar zijn informatie klonk aardig geloofwaardig. Hij verteld ook over de Nederlandse presentator die in een auto-ongeluk gestorven is. Als hij later zijn foto’s uithaalt, moet ik hem wel geloven. Met Omar en de twee Roemenen breng ik de avond vertellend door voordat ik mijn bed in duik.
Als ik het ’s morgens opsta heb ik niet lekker geslapen. Het bed dat een matras van een doorgelegen ligstoelkussen heeft, kon niet echt veel comfort bieden. Echter was dat niet het ergste. Lawaai op straat van scooters en auto’s heeft me het eerste gedeelte van de avond wakker gehouden, een backpacker die het s’ nachts binnenkwam het 2de gedeelte en de plaatselijke moskee naast ons hostel begon om half 6 het ’s morgens met allerlei gebeden. Ik voelde me daarom nog behoorlijk brak toen ik opstond.
De backpacker die afgelopen nacht binnen is gekomen blijkt een Hongaar te zijn. Net als mij is zijn plan om naar het eiland Pulau Tioman, met als eindbestemming het plaatsje ABC te reizen. Hij vraagt aan mij of ik er iets voor voelde om accommodatie te delen. Bij mezelf dacht ik, dit zal natuurlijk een paar dollar schelen, levert een privé kamer op i.p.v. een gedeelde slaapkamer en volgens de Lonely planet is het een drukke plaats met weinig accommodatie gedurende het hoogseizoen. Ik vond het prima en hij zou bij de haven op me wachten als ik arriveerde. Ik heb namelijk een jetty later geboekt.
Na een anderhalf uur in Mersing te hebben rondgehangen maak ik mijn weg naar de vertrekplaats. Na ingecheckt te zijn en al mijn gegevens te hebben doorgegeven bevind ik me op de jetty. Helaas mogen we ons op deze veerboot niet buitendeks begeven. De airco staat vol aan en de anderhalf uur durende tocht met een slechte Thaise film verloopt snel.
Als ik de jetty heb verlaten zie ik de Hongaar nergens staan. Ik neem aan dat hij iemand anders heeft ontmoet en maak mijn weg het plaatsje in. Als ik in gesprek raak met een van de lokale mensen ontdek ik dat ik bij de verkeerde pier ben uitgestapt. Ik had nog een pier moeten wachten om bij het plaatsje ABC uit te stappen. Ik besluit daarom maar te lopen naar dit plaatsje omdat een watertaxi voor mijn budget teveel koste, maar ook omdat het in dit plaatsje zo goed als volgeboekt is.
Een wandeling met mijn 13 kilo wegende backpack door 30 graden met een hoge luchtvochtigheid is geen pretje. Het is zo’n halfuurtje lopen tot het plaatsje maar zweet breekt uit op plaatsen van mijn lichaam waar ik nog noot gezweet heb. Gelukkig is het bewolkt wat me een brandende zon een beetje doet besparen.
Op mijn weg naar de pier bij het plaatsje ABC vraag ik bij enkele aanbieders of er een slaapplaats beschikbaar is. Het blijkt dat er volop slaapplek is in dit gedeelte wat me een zoektocht naar een leeg bed bespaart. Wel neem ik voor om die Hongaar nog te bevinden maar ik geef het al snel op en besluit een slaapplaats te boeken. Ik kom erachter dat het helemaal niet duur is in dit plaatsje en voor 9 dollar per nacht, heb ik mijn eigen chaletje met een 2 persoon bed, een eigen badkamer en als klap op de vuurpijl zit ik nog geen 10 meter van het strand verwijderd. Voor die prijs hoef ik deze kamer in ieder geval niet te delen.
Al snel raak ik in contact met een backpacker die naast me in een ander chaletje zit. Het blijkt een Nederlander uit Rotterdam te zijn genaamd Gerben. Hij is al 3 dagen in dit plaatsje, heeft de Pekingexpres gedaan en is 1,5 week in de Filipijnen geweest. Zijn laatste maand wil hij doorbrengen in dit stukje van Azië voordat hij huiswaarts keert.
Na een belachelijk goedkope lunch genomen te hebben bij een van de vele restaurantjes op dit eiland, keer ik terug naar mijn chaletje. Onderweg begint het met stortregenen en ik voeg me weer bij Gerben. Het blijft regenen gedurende de middag en wij vertellen over onze ervaringen en spelen een kaartspel om de tijd te doden. Ik ontmoet tevens de Hongaar voor een tweede keer en leg hem mijn verhaal uit. Hij voegt zich later bij ons en begint over zijn backpackverhalen te vertellen. Ze zijn heel anders als de meeste wat ik gehoord heb. Hij is een boek aan het schrijven over geïsoleerde stammen in landen van Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Zijn volgende missie is om in het achterland van Papoea Nieuw-Guinea te geraken. Wat hij ons verteld over backpacken in Afrika is een heel ander verhaal. Zeker als hij verteld dat hij ook in Congo is geweest. Voor mij is het geen backpacken in ieder geval maar meer adrenaline en gevaar opzoeken. Het is wel interessant om zijn verhalen te horen.
Met Gerben ga ik in de avond iets te eten zoeken. Hij weet een goed pizzarestaurant gelegen op het strand. De pizza smaakt niet verkeerd en samen met hem, de Hongaar en nog wat andere backpackers sluit ik mijn eerste avond op dit eiland af op het strand. Een barretje dat sinds vandaag geopend is door een Noorse dame voorziet ons van de nodige drank.
Ik sta op en merk dat ik ontzettend goed geslapen heb. Vol energie stap ik de deur van mijn chalet uit en begeef me naar het eetgedeelte. Een sandwhich met een roerbakeitje voorziet mij van een lekker ontbijt. Gerben voegt zich even later bij me en neemt ook een ontbijt. Hij is van plan vandaag te gaan snorkelen bij een eilandje zo’n 300 meter van Pioman verwijderd. Het blijkt dat er rifhaaien zitten en dat deze ook geregeld gespot worden. Zijn plan klinkt aardig interessant en ik vraag of hij het niet erg vind als ik met hem mee ga, wat uiteraard geen probleem is.
Het is zo’n uur wandelen voordat we arriveren bij een resort dat pal tegenover het eiland ligt. De nodige snorkelspullen hebben we al ergens voor een prikkie weten te huren. Aankomend bij het resort hoeven we alleen nog onze waardevolle bezittingen veilig te stellen. We vragen om een kluisje wat ons ook nog eens gratis wordt verstrekt .
Op het strand van het resort beginnen we aan de 300 meter lange oversteek naar het eilandje. Het blijkt allemaal niet zo gemakkelijk te verlopen als gedacht. De stroming is ontzettend sterk wat ons de nodige moeite kost om vooruit te komen. Daarnaast blijkt er tussen het eiland en het strand ook nog een drukke vaarroute te lopen. Bootjes crossen er met hoge snelheid doorheen. Als een van deze recht op ons af lijkt te komen beginnen we beide met zwaaien. Vloekend en wijzend naar het strand zien we de kapitein ons passeren. Zwemmen naar het eiland wordt in ieder geval niet geapprecieerd door de lokale bevolking.
Net voor het eilandje ligt een vlot waar we even de tijd nemen om bij te komen. Ik duik als eerste het water in en kom tot de ontdekking dat er ontzettend veel vis zit. Je moet in ieder geval geen vis fobie hebben om in deze wateren te snorkelen, complete scholen zwemmen namelijk om me heen. Het rif in deze omgeving is ook helemaal niet verkeerd. Ik kan het bijna vergelijken met het koraal wat ik in Australië heb gezien, al is dat wel nog iets mooier. Zwemmend om het eiland worden we ook nog aangevallen door meeuw die het niet eens is met onze aanwezigheid.
Uitgezwommen nemen we een rustpauze en we besluiten nog een keertje de wateren te verkennen. Terwijl ik nog op het vlot zit roept Gerben van een afstandje dat er zojuist een haai om hem voorbij zwom. Snel begeef ik me ook in het water terwijl hij naar het vlot zwemt. Ik snorkel wel een halfuur maar er is geen haai te bekennen. Ik zwem ook naar het vlot en Gerben verteld me over zijn ervaring. Al ben je ernaar opzoek, het blijft toch schrikken als zo’n beest voor je opduikt.
Na onze weg voorzichtig te hebben terug gemaakt naar het water ben ik niet ontevreden. Ik heb weliswaar geen haai gezien maar een mooi gebied onderwater verkend. We proberen nog bij een baaitje naast het strand wat te snorkelen. Dit blijkt helaas niet zo spectaculair te zijn als het eilandje waar we geweest zijn. Het is al laat in de middag als we genietend met een ijsje terugkeren naar ons chaletje. Na een heerlijke douche gaan we bij een restaurantje nog een hapje eten, waarna we beide moe terugkeren. Ik ben hartstikke verbrand maar heb alweer een leuke dag achter de rug.
Deze morgen zie ik Gerben eerder aan het ontbijt zitten als mij. Hij is van plan terug te gaan naar het vaste land om Melakka te verkennen. Hetgeen wat ik morgen op het programma heb staan. Vandaag ben ik van plan om door de jungle naar de andere kant van het eiland te lopen. Ik neem afscheid van Gerben en ben al voor hem op pad naar het begin van de wandelroute.
Gewapend met een grote fles water en mijn camera begin ik aan de route. De tocht blijkt vele malen zwaarder dan ik in eerste instantie gedacht had. Ik ben nog niet goed en wel begonnen en al aan een pauze toe. De helling die door de jungle omhoog gaat is ontzettend stijl. Er zijn trappen gemaakt om het allemaal iets gemakkelijker te maken. Voor mij is het in ieder geval zwaar genoeg, na iedere 50 treden moet ik even stoppen om op adem te komen. Gelukkig rook ik niet meer, anders was het wel 2 keer zo zwaar geweest. Daarnaast loopt het wandelpad over rotsen en andere hindernissen. Voor mensen die slecht ter been zijn is het in ieder geval niet geschikt. Het heeft ook een keer 10 minuten geduurd voordat ik het pad weer gevonden had. Het zijn in ieder geval niet de wandelpaden zoals ik die in Australië ken.
Op mijn weg kom ik natuurlijk allerlei beesten tegen. Zo wordt ik af en toe opgeschrikt door een hagedis die de benen neemt als ik tekort bijkom. Ik zie tevens een slang die ik zie wegkruipen als ik te dichtbij kom. Het is een flinterdunne van ongeveer anderhalve meter. Ik heb gehoord dat er ook Pythons en Cobra’s zouden zitten. Ik hoop deze tegen te komen maar niet te dichtbij uiteraard. Als ik bovenop de berg mijn weg naar beneden maak, zie ik nog 2 aapjes die wegvluchten voor mijn aanwezigheid. Arriverend aan de andere kant van het eiland ben ik tevreden over de 7 kilometer route die ik heb afgelegd. Doordrenkt van het zweet loop ik verder een pad af en kom na een halfuur uit bij een schildpad reddende organisatie. Hier laat ik me vertellen welke activiteiten deze organisatie doet. Tevens zie ik een broedplaats waar duizenden eieren naar verplaatst zijn een grote schildpad die omdat hij blind is niet alleen kan overleven. Ik krijg de gelegenheid om hem te aaien en laat dan ook de nodige foto’s nemen.
Ik vervolg mijn weg terug naar het dorp en neem hier een koolhydraat rijke lunch. De nasi die ik zojuist naar binnen heb gewerkt smaakt verrukkelijk. Vol energie begin ik aan de terugtocht door de jungle. Deze keer gaat het allemaal wat sneller omdat het pad omhoog gemakkelijker te belopen is. Op mijn weg zie ik wederom aapjes en ben verrast als ik weer bijna bij het einde ben. Het pad wordt me deze keer versperd door een boom, die ergens nadat ik deze gepasseerd ben is omgevallen. Voor mij een geluk dat ik er op dat moment niet was. Wel moet ik deze keer door het struikgewas wat ik niet zo leuk vind. Als ik wat takken opzij probeer te duwen voel ik een pijnscheut in mijn ellenboog. In eerste instantie dacht ik dat ik door iets gebeten te zijn maar kan geen beet ontdekken. Echter de pijn (welke voelt alsof iemand die met een mes in mij krast) blijft doorzeuren en trekt niet weg.
Arriverend bij mijn Chalet ben ik uitgeteld. Ik loop wel eerst naar de eigenaar en vertel hem het verhaal over de pijnscheut en de doorzeurende pijn die niet wegtrekt. Hij weet gelijk wat het is en laat mij weten dat het niets ernstigs is. De pijn is afkomstig van een of ander blad, ze gebruiken deze ook wel om olifanten te temmen. Het was vervelender geweest als het mijn hoofd had geraakt. Na een heerlijke koude douche drink ik nog een biertje op mijn balkonnetje, voordat ik op zoek ga naar een lekker dineer. Ik ben nog niet goed en wel het erf afgelopen en raak in contact met de Zweedse Anna, de Turkse Laura en de Deen Peter. Zij reizen gezamenlijk en vinden het helemaal niet erg om mij ook uit te nodigen. Ik eindig met hen en nog wat andere backpackers op het strand om te genieten van nog een heerlijk koud biertje en een lekker dineer uiteraard. Om 11 uur ben ik echt bekaf en zeg iedereen gedag. Het is weer zo’n dag die aan me voorbij gevlogen is.
Ik heb de wekker ruim op tijd gezet en blijf nog even nagenieten in mijn bed. Ik begin met het inpakken van mijn tas en niet veel later zit ik op het terras voor een ontbijtje. Een groep die ik gister ontmoet heb gaat vandaag de jungletrack ondernemen. Ik schuif aan en sluit mijn laatste eten op dit eiland af met heel wat nationaliteiten. Dan is het tijd om de jetty te nemen om weer aan wal te raken. Op de pier praat ik nog met 2 Australiërs die mij nog e.e.a. vertellen over hun ervaringen in Azië. Ik krijg ook nog wat tips mee maar ben meer als de helft alweer vergeten als ik van boord ben.
Met de jetty hebben we in totaal meer dan een uur vertraging gehad. Gelukkig heb ik wel nog wat tijd over voordat ik aan de 4 uur durende busrit begin. Na een buskaartje gekocht te hebben eet ik bij een lokaal restaurantje nog snel een bord met nasi, voordat ik me naar de bushalte begeef. Als ik langs een barretje in de haven loop, denk ik een bekend gezicht te zien. Lopend in deze richting, weet ik het zeker. Het zijn de Duitse Roman en Johanna waar ik in Singapore een avond heb doorgebracht. Ik kom erachter dat zij op dezelfde bus als mij zitten. Gezamenlijk maken we de reis naar Melakka.
Naast me in de bus zit ook een Nieuw-Zeelander. Het is de enige persoon die ik gisteren tijdens de jungletrack ben tegengekomen. Hij blijkt net als mij door hetzelfde blad op dezelfde plaats te grazen zijn genomen. Ik moest er wel om lachen hoe de toevalligheden zich opstapelen. Ik geniet kijkend uit het busraam en zie delen van Maleisië aan me voorbijgaan.
Samen met Roman en Johanna nemen we een lokale bus naar de stad vanaf de plaats waar we arriveren. Ondertussen heb ook ik meer zicht gekregen op het openbaar vervoer en kan me al stukken gemakkelijker voortbewegen. Na een kleine tocht vinden we het hostel dat we voor ogen hadden. Vanaf de straat kon het bijna niet mogelijk zijn dat het hier rustig en kalm zou zijn. Echter blijkt het de omgekeerde wereld zodra we binnen zijn. Het is een heel apart hostel en straalt behoorlijk veel rust uit. De drukte van de straat valt in het niets met het nostalgische plaatsje waar wij ons bevinden.
Het is al vrij laat als we op zoek gaan voor een hapje te eten. Johanna stelde voor om naar een plaats genaamd de Satay Capitol te gaan, welke werd aanbevolen door de Lonely Planet. Het is in ieder geval heel apart om je verschillende vlees en vissoorten te koken in satésaus. Het is lekker maar niet ik ben er niet kapot van. Hetzelfde geld voor Johanna en Roman. Wel was het gezellig met een pot kokende saté in ons midden en enkele stokjes die zo nu en dan onder gedompeld werden.
In het hostel voegen we ons nog bij een groep die in de ontmoetingsruimte nog wat ligt te kleppen. Ik praat met o.a. een Oostenrijkse die behoorlijk goed Nederlands spreekt. Als ik even later op de klok kijk kan ik het bijna niet geloven. Het is al na 1 uur het ’s nachts en ik heb nog altijd het idee dat de dag net gestart is. Ik besluit naar bed te keren om morgen Melakka te gaan verkennen.
Na een trage start deze morgen loop ik samen met Roman en Johanna het hostel uit. Onze eerste bezichtiging voor vandaag leid naar een toren die uitzicht biedt over de stad. Een rond spinnende uitkijkpost voert ons langzaam naar boven. Het uitzicht over de stad is niet zo spectaculair als ik hoopte. Wel hebben we ons kunnen oriënteren op hetgeen wat we zien wilde.
Onze toch gaat verder naar een verlaten Portugese kerk. Melakka is vroeger een van de belangrijkste handelsposten geweest in het verre Oosten. Natuurlijk kon kolonisatie daardoor niet uitblijven. Eerst waren er de Chinezen die regeerden, later de Portugezen, dan de Nederlanders en tot slot de Britten. Ik merk dat vooral de Nederlandse invloed hier duidelijk aanwezig is geweest. Zelfs in deze verlaten Portugese kerk, zijn grafplaten met oud-Nederlands erop te vinden. Na enkele foto’s lopen we verder naar het Nederlandse plein. Alle huizen en gebouwen op dit plein zijn rood geschilderd. Natuurlijk mag ook een windmolen niet ontbreken. Het plein passerend lopen we verder Chinatown in.
In het Chinese gedeelte van de stad brengen we nog een bezoek aan een moskee en een tempel. De dag verloopt voorspoedig en we nemen nog snel een taxi naar een Portugese wijk. Roman heeft zich door een lokale bewoner laten vertellen dat er hier lekker mango shakes te krijgen moeten zijn. Arriverend zijn we helaas te vroeg. Ze verkopen de beste mango shake in Maleisië alleen het ’s avonds. Een beetje teleurgesteld eindigen we bij een wegrestaurantje. We staan nog niet goed en wel te wachten in de rij of worden door een lokaal iemand benaderd. Hij staat erop ons het eten te betalen waar wij toch wat moeite mee hebben. Aan tafel vertellend over voetbalclubs en zijn activiteiten in Maleisië biedt hij ons een lift terug aan. Als we terug zijn bij het hostel kan ik alleen maar zeggen dat Maleisiërs hartstikke vriendelijk zijn.
Na onze backpack opgehaald te hebben vervolgen we onze weg naar het busstation. Vanuit hier boeken we een ticket naar Kuala Lumpur. De 2 uur durende busrit brengt ons bijna in hartje centrum. Proberend onze weg te vinden naar het stadscentrum worden al direct aangesproken waar we heen willen. Een lokale bewoner die hetzelfde doel voor ogen heeft zegt dat we met hem moeten meelopen. Als we een ticket proberen te kopen is hij ons voor en wil ons geld niet accepteren. Ik begin me nu wel een beetje te ergeren dat ze me hier alles willen betalen. Als ik vraag waarom hij dit voor ons doet krijg ik een antwoord. Een goede recensie over het Maleisiesche volk op het internet is het enige wat hij vraagt. Ik ben het helemaal met hem eens want het is al de 2de persoon die ik vandaag ontmoet heb en ontzettend aardig is.
Na wat rondgelopen te hebben in het stadscentrum vinden we een geschikt guesthouse. Er zijn hier zoveel accommodatiegelegenheden tegen een prikkie te krijgen. Zelfs hotels zijn helemaal niet duur al is het natuurlijk allemaal erg basic. Johanna die al aardig moe is besluit naar bed te gaan terwijl Roman en ik nog iets te eten zoeken in de nog drukke straten van Kuala Lumpur.
Van Roman had ik enkele oordoppen gekregen die zeer goed werkte. Hij gebruikt ze niet maar ik vind het heerlijk om door het lawaai van de drukke straten te slapen. De morgen nemen we genoeg tijd voordat we de straat oplopen. Natuurlijk eerst een lekker ontbijt bij een van de vele kraampjes die langs de weg staan.
Als we genoeg energie tot ons genomen hebben, zwerven we door de straten en bezoeken eerst een boeddhistische tempel. We zijn snel uitgekeken omdat ze allemaal wel een beetje op elkaar lijken. We besluiten naar een andere high light te bezoeken. Het oude treinstation van deze stad heeft een architectonische waarde. Van buiten ziet het net uit als een soort van paleis met allemaal torens als in de film Aladin. Binnenstappend is het een vreemd gezicht om er een spoorrails doorheen te zien lopen.
Verderlopend hebben we onze zinnen op een vlinderpark. Een soort van overdekte vlindertuin stappen we binnen na een kleine vergoeding betaald te hebben. Er zitten wel duizenden vlinders in alle soorten en maten. Innerlijk geeft het een heel rustig gevoel om door deze tuin te mogen lopen. Roman die de vlinders tot zich aan lijkt te trekken vindt het helemaal te gek.
We maken onze weg verder langs het Merdaka plein. Een groot plein midden in de stad dient naar mijn mening als de trots van de Maleisiërs. De Maleisische vlag is hoog in het luchtruim te vinden. Erbij ligt nog zo’n prachtig gebouw als in de film Aladin. Voor ons is het helaas iets aan de te warme kant om op het gras lekker uit te kunnen rusten.
Lopend vervolgen we onze weg naar voedselmarkten die zich even buiten het stadscentrum bevinden. Het is wel weer even wennen om dieren voor je neus geslacht te zien worden. Zelfs de vissen krijgen een aardig ruwe slachtingsmethode te voorduren. Regels over hoe een dier dient te worden afgemaakt kennen ze hier niet. Het hoort nu eenmaal bij de Aziatische cultuur. Natuurlijk kunnen we allerlei lekkernijen die de vele kraampjes verkopen niet afslaan. Na toch wel de nodige tijd op de markt te hebben doorgebracht nemen we met een gevulde maag de monorail terug naar ons guesthouse.
Het is een lange wandeling door de stad geweest maar het was ook zeker de moeite waard. Op onze kamer nemen we de tijd om bij te komen en alles te verwerken. Als er eenmaal genoeg energie is nemen we nog een klein hapje op straat en gaan naar een trendy barretje. Johanna en ik nemen er een waterpijp terwijl Roman aan zijn sigaret trekt om de avond af te sluiten.
Allen kijken we onze ogen uit, het uitzicht over Singapore in de avonduren is prachtig. Aan de ene kant zijn miljoenen lichtjes van andere gebouwen te zien en aan de andere kant de lichtjes van de vele schepen die voor anker liggen. Op ons gemak nemen we nog een drankje voordat we onze weg naar de haven vervolgen. In de haven wilde we nog wat drinken maar veel valt er niet te beleven. Na toch een drankje bij een van de vele barretjes te hebben genomen, gaat onze weg terug naar het hostel.
Ik neem rustig mijn tijd om het ’s morgens te ontwaken. Na afscheid genomen te hebben van Roman en Johanna vervolg ik mijn weg naar een moslim eettentje om nog snel iets naar binnen te werken. Het smaakt helemaal niet verkeerd, maar om kip te eten met alleen een vork en een lepel gaat mij niet zo goed af. Nog altijd verkerend in een Indiase wijk kun je best met je handen eten. Dat is dan ook het geen wat ik deed. Na genoten te hebben van deze maaltijd loop ik naar busstation om de bus naar de grenspost met Maleisië te nemen.
Het loopt allemaal voorspoedig en na door de douane te zijn gelopen kom ik uit in de plaats Johor Bahru. Ik vervolg mijn weg het stadje in en weet niet goed waar ik heen moet. Mijn plan is om naar Mersing te gaan om van hieruit de veerboot naar het eiland Palau TIoman te nemen. Na enkele mensen de weg gevraagd te hebben, raak ik een beetje in de stress omdat het voor de eerste keer allemaal niet zo gemakkelijk gaat. Het Engels van de Maleisiërs is stukken minder als dat van Singaporese en in mijn Lonely Planet staat niet veel informatie over dit plaatsje. Iedereen raad mij aan een taxi te nemen naar deze plaats. Het is een 2 uur durende rit en ik zou er voor ongeveer 200 Maleisië Ringgit zijn (wat ongeveer zo’n 50 euro is). Dit is totaal niet wat ik wilde en ik vind een lokale Maleisiër die me voor 80 Ringit wilde brengen.
In de auto vind ik al snel uit dat hij me oplichtte. Opeens was het een auto voor 4 personen en iedere persoon zou 80 Ringit moeten betalen. Voor mij werd het dus 320 Ringit om de hele weg te varen. Ik was het niet met hem eens en vertelde hem dat hij me moest afdroppen bij het lokale busstation. Hij vroeg 60 Ringit voor de 10 minuten durende rit. Ik betaal hem en heb mijn les geleerd. De volgende keer neem ik meer tijd om mijn weg uit te vogelen en vertrouw niet meer op mensen die me een rit voor een prikkie bieden. Uiteindelijk kan ik een busrit voor 11 Ringit boeken.
Mijn bus heeft ongelofelijk veel beenruimte en mijn weg gaat dieper het Maleisiëse achterland in. Vanuit mijn stoel zie ik dat de kilometerteller niet werkt en de versnellingsbak helemaal gaar is. In vergelijking met Australië valt me op hoe groen het in dit land is als ik buiten de stad kom. Gedurende de rit merk ik ook dat het reizen langzamer als in Australië zou gaan. Het is een 120 kilometer lange rit die uiteindelijk 2,5 uur duurt. Ik realiseer me dat ik me meer moet gaan aanpassen aan dit land. Lopend in mijn singlet op het busstation kwam ik erachter dat het niet echt verstandig is om met mijn schouders bloot te lopen in dit Moslimland. Ik zal nog een hoop moeten leren over het backpacken in Azië maar heb er alle vertrouwen in.
Tegen het einde van de middag kom ik aan in Mersing en probeer ik uit te vinden of er vanavond nog een veerboot naar het eiland gaat. De boekingsagent verteld me dat als ik wil er nog een speciale boot om 12 uur vannacht gaat. Het was weliswaar stukken goedkoper maar ik merkte dat ik al aardig moe was. Ik besluit daarom de veerboot voor morgenvroeg te boeken en vervolg mijn weg na een nabijgelegen guesthouse.
Na een bed geboekt te hebben kom ik erachter hoe goedkoop dit land daadwerkelijk is. Mijn bed dat niet meer dan 4 dollar per nacht en eten dat niet meer dan een dollar per bord is maken het allemaal nog plezieriger. Helaas merk ik wel dat als ik later over straat loop er niet echt een nachtleven in deze stad heerst. Twee Roemenen (waarvan ik de naam alweer ben vergeten) en Omar (de eigenaar) die ook in mijn guesthouse verkeren vertellen mij dat er in de kleinere steden van Maleisië niet echt een nachtleven heerst. Omar verteld verder nog dat hij de ambassadeur voor expeditie Robinson is in 17 landen. In eerste instantie dacht ik dat ie ons een broodje aap verhaal verkocht maar zijn informatie klonk aardig geloofwaardig. Hij verteld ook over de Nederlandse presentator die in een auto-ongeluk gestorven is. Als hij later zijn foto’s uithaalt, moet ik hem wel geloven. Met Omar en de twee Roemenen breng ik de avond vertellend door voordat ik mijn bed in duik.
Als ik het ’s morgens opsta heb ik niet lekker geslapen. Het bed dat een matras van een doorgelegen ligstoelkussen heeft, kon niet echt veel comfort bieden. Echter was dat niet het ergste. Lawaai op straat van scooters en auto’s heeft me het eerste gedeelte van de avond wakker gehouden, een backpacker die het s’ nachts binnenkwam het 2de gedeelte en de plaatselijke moskee naast ons hostel begon om half 6 het ’s morgens met allerlei gebeden. Ik voelde me daarom nog behoorlijk brak toen ik opstond.
De backpacker die afgelopen nacht binnen is gekomen blijkt een Hongaar te zijn. Net als mij is zijn plan om naar het eiland Pulau Tioman, met als eindbestemming het plaatsje ABC te reizen. Hij vraagt aan mij of ik er iets voor voelde om accommodatie te delen. Bij mezelf dacht ik, dit zal natuurlijk een paar dollar schelen, levert een privé kamer op i.p.v. een gedeelde slaapkamer en volgens de Lonely planet is het een drukke plaats met weinig accommodatie gedurende het hoogseizoen. Ik vond het prima en hij zou bij de haven op me wachten als ik arriveerde. Ik heb namelijk een jetty later geboekt.
Na een anderhalf uur in Mersing te hebben rondgehangen maak ik mijn weg naar de vertrekplaats. Na ingecheckt te zijn en al mijn gegevens te hebben doorgegeven bevind ik me op de jetty. Helaas mogen we ons op deze veerboot niet buitendeks begeven. De airco staat vol aan en de anderhalf uur durende tocht met een slechte Thaise film verloopt snel.
Als ik de jetty heb verlaten zie ik de Hongaar nergens staan. Ik neem aan dat hij iemand anders heeft ontmoet en maak mijn weg het plaatsje in. Als ik in gesprek raak met een van de lokale mensen ontdek ik dat ik bij de verkeerde pier ben uitgestapt. Ik had nog een pier moeten wachten om bij het plaatsje ABC uit te stappen. Ik besluit daarom maar te lopen naar dit plaatsje omdat een watertaxi voor mijn budget teveel koste, maar ook omdat het in dit plaatsje zo goed als volgeboekt is.
Een wandeling met mijn 13 kilo wegende backpack door 30 graden met een hoge luchtvochtigheid is geen pretje. Het is zo’n halfuurtje lopen tot het plaatsje maar zweet breekt uit op plaatsen van mijn lichaam waar ik nog noot gezweet heb. Gelukkig is het bewolkt wat me een brandende zon een beetje doet besparen.
Op mijn weg naar de pier bij het plaatsje ABC vraag ik bij enkele aanbieders of er een slaapplaats beschikbaar is. Het blijkt dat er volop slaapplek is in dit gedeelte wat me een zoektocht naar een leeg bed bespaart. Wel neem ik voor om die Hongaar nog te bevinden maar ik geef het al snel op en besluit een slaapplaats te boeken. Ik kom erachter dat het helemaal niet duur is in dit plaatsje en voor 9 dollar per nacht, heb ik mijn eigen chaletje met een 2 persoon bed, een eigen badkamer en als klap op de vuurpijl zit ik nog geen 10 meter van het strand verwijderd. Voor die prijs hoef ik deze kamer in ieder geval niet te delen.
Al snel raak ik in contact met een backpacker die naast me in een ander chaletje zit. Het blijkt een Nederlander uit Rotterdam te zijn genaamd Gerben. Hij is al 3 dagen in dit plaatsje, heeft de Pekingexpres gedaan en is 1,5 week in de Filipijnen geweest. Zijn laatste maand wil hij doorbrengen in dit stukje van Azië voordat hij huiswaarts keert.
Na een belachelijk goedkope lunch genomen te hebben bij een van de vele restaurantjes op dit eiland, keer ik terug naar mijn chaletje. Onderweg begint het met stortregenen en ik voeg me weer bij Gerben. Het blijft regenen gedurende de middag en wij vertellen over onze ervaringen en spelen een kaartspel om de tijd te doden. Ik ontmoet tevens de Hongaar voor een tweede keer en leg hem mijn verhaal uit. Hij voegt zich later bij ons en begint over zijn backpackverhalen te vertellen. Ze zijn heel anders als de meeste wat ik gehoord heb. Hij is een boek aan het schrijven over geïsoleerde stammen in landen van Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Zijn volgende missie is om in het achterland van Papoea Nieuw-Guinea te geraken. Wat hij ons verteld over backpacken in Afrika is een heel ander verhaal. Zeker als hij verteld dat hij ook in Congo is geweest. Voor mij is het geen backpacken in ieder geval maar meer adrenaline en gevaar opzoeken. Het is wel interessant om zijn verhalen te horen.
Met Gerben ga ik in de avond iets te eten zoeken. Hij weet een goed pizzarestaurant gelegen op het strand. De pizza smaakt niet verkeerd en samen met hem, de Hongaar en nog wat andere backpackers sluit ik mijn eerste avond op dit eiland af op het strand. Een barretje dat sinds vandaag geopend is door een Noorse dame voorziet ons van de nodige drank.
Ik sta op en merk dat ik ontzettend goed geslapen heb. Vol energie stap ik de deur van mijn chalet uit en begeef me naar het eetgedeelte. Een sandwhich met een roerbakeitje voorziet mij van een lekker ontbijt. Gerben voegt zich even later bij me en neemt ook een ontbijt. Hij is van plan vandaag te gaan snorkelen bij een eilandje zo’n 300 meter van Pioman verwijderd. Het blijkt dat er rifhaaien zitten en dat deze ook geregeld gespot worden. Zijn plan klinkt aardig interessant en ik vraag of hij het niet erg vind als ik met hem mee ga, wat uiteraard geen probleem is.
Het is zo’n uur wandelen voordat we arriveren bij een resort dat pal tegenover het eiland ligt. De nodige snorkelspullen hebben we al ergens voor een prikkie weten te huren. Aankomend bij het resort hoeven we alleen nog onze waardevolle bezittingen veilig te stellen. We vragen om een kluisje wat ons ook nog eens gratis wordt verstrekt .
Op het strand van het resort beginnen we aan de 300 meter lange oversteek naar het eilandje. Het blijkt allemaal niet zo gemakkelijk te verlopen als gedacht. De stroming is ontzettend sterk wat ons de nodige moeite kost om vooruit te komen. Daarnaast blijkt er tussen het eiland en het strand ook nog een drukke vaarroute te lopen. Bootjes crossen er met hoge snelheid doorheen. Als een van deze recht op ons af lijkt te komen beginnen we beide met zwaaien. Vloekend en wijzend naar het strand zien we de kapitein ons passeren. Zwemmen naar het eiland wordt in ieder geval niet geapprecieerd door de lokale bevolking.
Net voor het eilandje ligt een vlot waar we even de tijd nemen om bij te komen. Ik duik als eerste het water in en kom tot de ontdekking dat er ontzettend veel vis zit. Je moet in ieder geval geen vis fobie hebben om in deze wateren te snorkelen, complete scholen zwemmen namelijk om me heen. Het rif in deze omgeving is ook helemaal niet verkeerd. Ik kan het bijna vergelijken met het koraal wat ik in Australië heb gezien, al is dat wel nog iets mooier. Zwemmend om het eiland worden we ook nog aangevallen door meeuw die het niet eens is met onze aanwezigheid.
Uitgezwommen nemen we een rustpauze en we besluiten nog een keertje de wateren te verkennen. Terwijl ik nog op het vlot zit roept Gerben van een afstandje dat er zojuist een haai om hem voorbij zwom. Snel begeef ik me ook in het water terwijl hij naar het vlot zwemt. Ik snorkel wel een halfuur maar er is geen haai te bekennen. Ik zwem ook naar het vlot en Gerben verteld me over zijn ervaring. Al ben je ernaar opzoek, het blijft toch schrikken als zo’n beest voor je opduikt.
Na onze weg voorzichtig te hebben terug gemaakt naar het water ben ik niet ontevreden. Ik heb weliswaar geen haai gezien maar een mooi gebied onderwater verkend. We proberen nog bij een baaitje naast het strand wat te snorkelen. Dit blijkt helaas niet zo spectaculair te zijn als het eilandje waar we geweest zijn. Het is al laat in de middag als we genietend met een ijsje terugkeren naar ons chaletje. Na een heerlijke douche gaan we bij een restaurantje nog een hapje eten, waarna we beide moe terugkeren. Ik ben hartstikke verbrand maar heb alweer een leuke dag achter de rug.
Deze morgen zie ik Gerben eerder aan het ontbijt zitten als mij. Hij is van plan terug te gaan naar het vaste land om Melakka te verkennen. Hetgeen wat ik morgen op het programma heb staan. Vandaag ben ik van plan om door de jungle naar de andere kant van het eiland te lopen. Ik neem afscheid van Gerben en ben al voor hem op pad naar het begin van de wandelroute.
Gewapend met een grote fles water en mijn camera begin ik aan de route. De tocht blijkt vele malen zwaarder dan ik in eerste instantie gedacht had. Ik ben nog niet goed en wel begonnen en al aan een pauze toe. De helling die door de jungle omhoog gaat is ontzettend stijl. Er zijn trappen gemaakt om het allemaal iets gemakkelijker te maken. Voor mij is het in ieder geval zwaar genoeg, na iedere 50 treden moet ik even stoppen om op adem te komen. Gelukkig rook ik niet meer, anders was het wel 2 keer zo zwaar geweest. Daarnaast loopt het wandelpad over rotsen en andere hindernissen. Voor mensen die slecht ter been zijn is het in ieder geval niet geschikt. Het heeft ook een keer 10 minuten geduurd voordat ik het pad weer gevonden had. Het zijn in ieder geval niet de wandelpaden zoals ik die in Australië ken.
Op mijn weg kom ik natuurlijk allerlei beesten tegen. Zo wordt ik af en toe opgeschrikt door een hagedis die de benen neemt als ik tekort bijkom. Ik zie tevens een slang die ik zie wegkruipen als ik te dichtbij kom. Het is een flinterdunne van ongeveer anderhalve meter. Ik heb gehoord dat er ook Pythons en Cobra’s zouden zitten. Ik hoop deze tegen te komen maar niet te dichtbij uiteraard. Als ik bovenop de berg mijn weg naar beneden maak, zie ik nog 2 aapjes die wegvluchten voor mijn aanwezigheid. Arriverend aan de andere kant van het eiland ben ik tevreden over de 7 kilometer route die ik heb afgelegd. Doordrenkt van het zweet loop ik verder een pad af en kom na een halfuur uit bij een schildpad reddende organisatie. Hier laat ik me vertellen welke activiteiten deze organisatie doet. Tevens zie ik een broedplaats waar duizenden eieren naar verplaatst zijn een grote schildpad die omdat hij blind is niet alleen kan overleven. Ik krijg de gelegenheid om hem te aaien en laat dan ook de nodige foto’s nemen.
Ik vervolg mijn weg terug naar het dorp en neem hier een koolhydraat rijke lunch. De nasi die ik zojuist naar binnen heb gewerkt smaakt verrukkelijk. Vol energie begin ik aan de terugtocht door de jungle. Deze keer gaat het allemaal wat sneller omdat het pad omhoog gemakkelijker te belopen is. Op mijn weg zie ik wederom aapjes en ben verrast als ik weer bijna bij het einde ben. Het pad wordt me deze keer versperd door een boom, die ergens nadat ik deze gepasseerd ben is omgevallen. Voor mij een geluk dat ik er op dat moment niet was. Wel moet ik deze keer door het struikgewas wat ik niet zo leuk vind. Als ik wat takken opzij probeer te duwen voel ik een pijnscheut in mijn ellenboog. In eerste instantie dacht ik dat ik door iets gebeten te zijn maar kan geen beet ontdekken. Echter de pijn (welke voelt alsof iemand die met een mes in mij krast) blijft doorzeuren en trekt niet weg.
Arriverend bij mijn Chalet ben ik uitgeteld. Ik loop wel eerst naar de eigenaar en vertel hem het verhaal over de pijnscheut en de doorzeurende pijn die niet wegtrekt. Hij weet gelijk wat het is en laat mij weten dat het niets ernstigs is. De pijn is afkomstig van een of ander blad, ze gebruiken deze ook wel om olifanten te temmen. Het was vervelender geweest als het mijn hoofd had geraakt. Na een heerlijke koude douche drink ik nog een biertje op mijn balkonnetje, voordat ik op zoek ga naar een lekker dineer. Ik ben nog niet goed en wel het erf afgelopen en raak in contact met de Zweedse Anna, de Turkse Laura en de Deen Peter. Zij reizen gezamenlijk en vinden het helemaal niet erg om mij ook uit te nodigen. Ik eindig met hen en nog wat andere backpackers op het strand om te genieten van nog een heerlijk koud biertje en een lekker dineer uiteraard. Om 11 uur ben ik echt bekaf en zeg iedereen gedag. Het is weer zo’n dag die aan me voorbij gevlogen is.
Ik heb de wekker ruim op tijd gezet en blijf nog even nagenieten in mijn bed. Ik begin met het inpakken van mijn tas en niet veel later zit ik op het terras voor een ontbijtje. Een groep die ik gister ontmoet heb gaat vandaag de jungletrack ondernemen. Ik schuif aan en sluit mijn laatste eten op dit eiland af met heel wat nationaliteiten. Dan is het tijd om de jetty te nemen om weer aan wal te raken. Op de pier praat ik nog met 2 Australiërs die mij nog e.e.a. vertellen over hun ervaringen in Azië. Ik krijg ook nog wat tips mee maar ben meer als de helft alweer vergeten als ik van boord ben.
Met de jetty hebben we in totaal meer dan een uur vertraging gehad. Gelukkig heb ik wel nog wat tijd over voordat ik aan de 4 uur durende busrit begin. Na een buskaartje gekocht te hebben eet ik bij een lokaal restaurantje nog snel een bord met nasi, voordat ik me naar de bushalte begeef. Als ik langs een barretje in de haven loop, denk ik een bekend gezicht te zien. Lopend in deze richting, weet ik het zeker. Het zijn de Duitse Roman en Johanna waar ik in Singapore een avond heb doorgebracht. Ik kom erachter dat zij op dezelfde bus als mij zitten. Gezamenlijk maken we de reis naar Melakka.
Naast me in de bus zit ook een Nieuw-Zeelander. Het is de enige persoon die ik gisteren tijdens de jungletrack ben tegengekomen. Hij blijkt net als mij door hetzelfde blad op dezelfde plaats te grazen zijn genomen. Ik moest er wel om lachen hoe de toevalligheden zich opstapelen. Ik geniet kijkend uit het busraam en zie delen van Maleisië aan me voorbijgaan.
Samen met Roman en Johanna nemen we een lokale bus naar de stad vanaf de plaats waar we arriveren. Ondertussen heb ook ik meer zicht gekregen op het openbaar vervoer en kan me al stukken gemakkelijker voortbewegen. Na een kleine tocht vinden we het hostel dat we voor ogen hadden. Vanaf de straat kon het bijna niet mogelijk zijn dat het hier rustig en kalm zou zijn. Echter blijkt het de omgekeerde wereld zodra we binnen zijn. Het is een heel apart hostel en straalt behoorlijk veel rust uit. De drukte van de straat valt in het niets met het nostalgische plaatsje waar wij ons bevinden.
Het is al vrij laat als we op zoek gaan voor een hapje te eten. Johanna stelde voor om naar een plaats genaamd de Satay Capitol te gaan, welke werd aanbevolen door de Lonely Planet. Het is in ieder geval heel apart om je verschillende vlees en vissoorten te koken in satésaus. Het is lekker maar niet ik ben er niet kapot van. Hetzelfde geld voor Johanna en Roman. Wel was het gezellig met een pot kokende saté in ons midden en enkele stokjes die zo nu en dan onder gedompeld werden.
In het hostel voegen we ons nog bij een groep die in de ontmoetingsruimte nog wat ligt te kleppen. Ik praat met o.a. een Oostenrijkse die behoorlijk goed Nederlands spreekt. Als ik even later op de klok kijk kan ik het bijna niet geloven. Het is al na 1 uur het ’s nachts en ik heb nog altijd het idee dat de dag net gestart is. Ik besluit naar bed te keren om morgen Melakka te gaan verkennen.
Na een trage start deze morgen loop ik samen met Roman en Johanna het hostel uit. Onze eerste bezichtiging voor vandaag leid naar een toren die uitzicht biedt over de stad. Een rond spinnende uitkijkpost voert ons langzaam naar boven. Het uitzicht over de stad is niet zo spectaculair als ik hoopte. Wel hebben we ons kunnen oriënteren op hetgeen wat we zien wilde.
Onze toch gaat verder naar een verlaten Portugese kerk. Melakka is vroeger een van de belangrijkste handelsposten geweest in het verre Oosten. Natuurlijk kon kolonisatie daardoor niet uitblijven. Eerst waren er de Chinezen die regeerden, later de Portugezen, dan de Nederlanders en tot slot de Britten. Ik merk dat vooral de Nederlandse invloed hier duidelijk aanwezig is geweest. Zelfs in deze verlaten Portugese kerk, zijn grafplaten met oud-Nederlands erop te vinden. Na enkele foto’s lopen we verder naar het Nederlandse plein. Alle huizen en gebouwen op dit plein zijn rood geschilderd. Natuurlijk mag ook een windmolen niet ontbreken. Het plein passerend lopen we verder Chinatown in.
In het Chinese gedeelte van de stad brengen we nog een bezoek aan een moskee en een tempel. De dag verloopt voorspoedig en we nemen nog snel een taxi naar een Portugese wijk. Roman heeft zich door een lokale bewoner laten vertellen dat er hier lekker mango shakes te krijgen moeten zijn. Arriverend zijn we helaas te vroeg. Ze verkopen de beste mango shake in Maleisië alleen het ’s avonds. Een beetje teleurgesteld eindigen we bij een wegrestaurantje. We staan nog niet goed en wel te wachten in de rij of worden door een lokaal iemand benaderd. Hij staat erop ons het eten te betalen waar wij toch wat moeite mee hebben. Aan tafel vertellend over voetbalclubs en zijn activiteiten in Maleisië biedt hij ons een lift terug aan. Als we terug zijn bij het hostel kan ik alleen maar zeggen dat Maleisiërs hartstikke vriendelijk zijn.
Na onze backpack opgehaald te hebben vervolgen we onze weg naar het busstation. Vanuit hier boeken we een ticket naar Kuala Lumpur. De 2 uur durende busrit brengt ons bijna in hartje centrum. Proberend onze weg te vinden naar het stadscentrum worden al direct aangesproken waar we heen willen. Een lokale bewoner die hetzelfde doel voor ogen heeft zegt dat we met hem moeten meelopen. Als we een ticket proberen te kopen is hij ons voor en wil ons geld niet accepteren. Ik begin me nu wel een beetje te ergeren dat ze me hier alles willen betalen. Als ik vraag waarom hij dit voor ons doet krijg ik een antwoord. Een goede recensie over het Maleisiesche volk op het internet is het enige wat hij vraagt. Ik ben het helemaal met hem eens want het is al de 2de persoon die ik vandaag ontmoet heb en ontzettend aardig is.
Na wat rondgelopen te hebben in het stadscentrum vinden we een geschikt guesthouse. Er zijn hier zoveel accommodatiegelegenheden tegen een prikkie te krijgen. Zelfs hotels zijn helemaal niet duur al is het natuurlijk allemaal erg basic. Johanna die al aardig moe is besluit naar bed te gaan terwijl Roman en ik nog iets te eten zoeken in de nog drukke straten van Kuala Lumpur.
Van Roman had ik enkele oordoppen gekregen die zeer goed werkte. Hij gebruikt ze niet maar ik vind het heerlijk om door het lawaai van de drukke straten te slapen. De morgen nemen we genoeg tijd voordat we de straat oplopen. Natuurlijk eerst een lekker ontbijt bij een van de vele kraampjes die langs de weg staan.
Als we genoeg energie tot ons genomen hebben, zwerven we door de straten en bezoeken eerst een boeddhistische tempel. We zijn snel uitgekeken omdat ze allemaal wel een beetje op elkaar lijken. We besluiten naar een andere high light te bezoeken. Het oude treinstation van deze stad heeft een architectonische waarde. Van buiten ziet het net uit als een soort van paleis met allemaal torens als in de film Aladin. Binnenstappend is het een vreemd gezicht om er een spoorrails doorheen te zien lopen.
Verderlopend hebben we onze zinnen op een vlinderpark. Een soort van overdekte vlindertuin stappen we binnen na een kleine vergoeding betaald te hebben. Er zitten wel duizenden vlinders in alle soorten en maten. Innerlijk geeft het een heel rustig gevoel om door deze tuin te mogen lopen. Roman die de vlinders tot zich aan lijkt te trekken vindt het helemaal te gek.
We maken onze weg verder langs het Merdaka plein. Een groot plein midden in de stad dient naar mijn mening als de trots van de Maleisiërs. De Maleisische vlag is hoog in het luchtruim te vinden. Erbij ligt nog zo’n prachtig gebouw als in de film Aladin. Voor ons is het helaas iets aan de te warme kant om op het gras lekker uit te kunnen rusten.
Lopend vervolgen we onze weg naar voedselmarkten die zich even buiten het stadscentrum bevinden. Het is wel weer even wennen om dieren voor je neus geslacht te zien worden. Zelfs de vissen krijgen een aardig ruwe slachtingsmethode te voorduren. Regels over hoe een dier dient te worden afgemaakt kennen ze hier niet. Het hoort nu eenmaal bij de Aziatische cultuur. Natuurlijk kunnen we allerlei lekkernijen die de vele kraampjes verkopen niet afslaan. Na toch wel de nodige tijd op de markt te hebben doorgebracht nemen we met een gevulde maag de monorail terug naar ons guesthouse.
Het is een lange wandeling door de stad geweest maar het was ook zeker de moeite waard. Op onze kamer nemen we de tijd om bij te komen en alles te verwerken. Als er eenmaal genoeg energie is nemen we nog een klein hapje op straat en gaan naar een trendy barretje. Johanna en ik nemen er een waterpijp terwijl Roman aan zijn sigaret trekt om de avond af te sluiten.
-
12 Juli 2012 - 19:11
Jo Dohmen:
Je bent al aardig aan Azie aan het proeven! Zo te lezen is er veel te beleven. Ben benieuwd of je die sfeer overal blijft tegen komen. En warm weer.
Hier wordt het langzamerhand weer een erg natte koude zomer. Als het zo blijft komen we ook naar de jungles en de stranden van Azie. Ammezeer dich en blief preuve....... -
12 Juli 2012 - 19:12
Jo Dohmen:
En sjrieve natuurlik........ -
12 Juli 2012 - 19:57
Vicky:
Hey Joske,
wat klinkt het allemaal heerlijk! Wil je ons wat zon en beetje warmte opsturen? (slangen en haaien mag je daar laten :) )
Hiejl veul groetjes oet Brach,
Vickske -
12 Juli 2012 - 20:33
Angelique:
Langkawi en perentian islands zijn een echte aanrader! -
15 Juli 2012 - 12:52
Roel:
hey joske, schitterend allemaal ,sjiek om te lezen hoe je je weg weet te vinden daar in verweggistan. enjoy it en zorg goed voor jezelf!!!
grtz roel(rossi) -
17 Juli 2012 - 19:44
Wilma Janssen:
Hoi Jos
Heb je prachtige verhaal gelezen. Vind het zo geweldig wat je onderneemt en daardoor meemaakt. Renee gaat ook nog langer reizen samen met haar vriend. Moest ik even van slikken,want ze zou 19 augustus terugkomen. Nu wordt het zeker einde van het jaar. Eerst geld verdienen en dan weer op pad. Ook richting Azie. Geniet nog en ik blijf je volgen.
groetjes
Wilma -
18 Juli 2012 - 19:22
Hub Meijers:
Jos
weer een fantastisch verhaal over een blijkbaar fantastisch deel vanb de wereld. Ik zou willen dat ik nu ook nog een twintiger was en ook het lef had om zo'n tocht te ondernemen. Helaas gaat dat niet meer. Zelfs Geulle wordt voor ons moeizaam bereikbaar.
Let wel goed op; zeker in de bushbush
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley