De start, in een warme en zonnige stad
Door: josdohmen
Blijf op de hoogte en volg Jos
22 Januari 2012 | Australië, Brisbane
Het ’s morgens wordt ik vroeg wakker. Ik ben nu eenmaal aan het ritme gewend van de laatste dagen. Vroeg naar bed en vroeg wakker zijn, al is het gister toch wat later geworden. Na een douche genomen te hebben besluit ik de harvestline te bellen. Een Australische gesubsidieerde organisatie welke je van werk kan voorzien voor werk in fruitplukken. Er blijkt in de omgeving van Brisbane niet veel werk beschikbaar te zijn. Wel kunnen ze mij 1 telefoonnummer geven welke ik natuurlijk ga proberen te bellen.
Als wordt opgenomen aan de andere kant krijg ik te horen dat er 6 weken werk is in het uitdunnen van sinaasappels. Als ik naar het salaris vraag, krijg ik te horen dat het minimum loon betaald wordt. Voor de zekerheid vraag ik hoeveel dit is, omdat gemaakte beloftes wel eens anders kunnen zijn. Haar antwoord is dat er sprake is van een award. Ik vraag nogmaals duidelijk hoeveel het uurloon in dollars bedraagt maar krijg hetzelfde antwoord. Ik vertrouw het zaakje niet helemaal en besluit het aanbod niet aan te nemen.
Ik merk dat ik niet veel zin heb om op banenjacht te gaan. Als het 10 uur is, loopt het namelijk al tegen de 30 graden aan. Martin biedt me aan met hem een rondje door de stad te lopen. Natuurlijk zeg ik geen nee en we vervolgen onze weg naar buiten.
Het eerste wat me opvalt als ik door de straten van Brisbane loop is dat het niet echt een drukke stad is. Niet vergelijkbaar met de metropolen Sydney en Melbourne in ieder geval. De vibe in deze stad mis ik een beetje maar dat kan ook met het warme weer te maken hebben. Misschien is dat de reden dat veel mensen binnen blijven. We wanen onze weg langs de rivier en komen uit bij een openbaar zwembad. Gratis toegankelijk kunnen passerende voetgangers hier gebruik van maken. Helaas hebben we beide geen zwembroek bij ons. Een plekje in de schaduw om even uit te rusten vinden we wel. Met dit warme weer zou een plons heerlijk zijn geweest.
Ik moet nog altijd wennen als ik met Martin terugloop naar het hostel. Bijna alle steden van Australië zijn voor mijn gevoel hetzelfde. Over de moderne architectuur is weinig slechts te zeggen. Het missende element in deze steden vind ik toch wel de historie. Logisch eigenlijk want het continent is pas 200 jaar geleden door de Westerse wereld geclaimd.
Bij terugkomst in het hostel reageer ik in totaal op 5 advertenties. Na 5 telefoontjes en mijn C.V. verstuurd te hebben laat ik het erbij zitten. Het is gewoonweg te warm om iets te doen. De middag zet ik me dan ook bij wat andere backpackers op de veranda. Niemand wil vanwege het warme weer iets ondernemen.
Na wat gegeten te hebben zit ik met samen met Martin (Een Zuid-Tiroler die zegt geen Italiaan te zijn en tevens Duits spreekt), Amidee (een Franse die schoollessen in Brisbane is aan het volgen), Maikel (Een Duitse jongen met een echt Brits accent) en Vladimir (Een Italiaan met een Russische naam). We besluiten een barretje te zoeken om de avond met een biertje af te sluiten.
De weg leidt ons naar een barretje om de hoek. Van buitenaf horen we een hoop kabaal. Er blijkt een jazzbandje bezig te zijn waarvan de artiesten improviserend liedjes bedenken. Soms klinkt het ontzettend goed, de andere keer voor geen meter. Het lijkt me ontzettend moeilijk want iedereen wisselt de hele tijd van instrument en er spelen steeds andere personen. Gezellig is het wel als de nachtelijke uurtjes aanbreken.
Net als gister wordt ik deze morgen vroeg wakker. Eigenlijk komt dit goed vuit om op zoek te gaan naar werk in fruitplukken. Het ’s morgens zijn namelijk de meeste vacatures beschikbaar. Het telefoontje blijkt deze keer helaas geen resultaat. In de omgeving van Brisbane is niets beschikbaar. Net als gister heb ik nog niet veel zin om een baan te zoeken. De morgen praat ik met Buzz, hij is een Australiër die met zijn boot de wereld is over gereisd. Momenteel verblijft hij voor langere tijd in hetzelfde hostel als mij. Aandachtig luister ik naar hetgeen wat hij al allemaal heeft meegemaakt. Aan bijna ieder land heeft hij met zijn zeilboot een bezoek gebracht.
Als de middag begint te naderen heb ik zin om te gaan cruisen. Ik kan het niet laten om in dit goede weer met de volumeknop vol open door de straten van Brisbane te rijden.
Uitgecruised ga ik in de stad op zoek naar een uitzendbureau welke zich voornamelijk op backpackers richt. Martin loopt met me mee om de middag door te brengen maar is niet echt op zoek naar werk.
Het uitzendbureau binnenstappend vraag ik een medewerkster of ik me hier kan inschrijven. Het antwoord dat ik krijg is dat ze mij niet kunnen helpen tot en met begin februari. Er begint me iets duidelijk te worden waar ik bevestiging van krijg als ik met Martin door de straten van het centrum slenter. Baantjes zoals flyers uitdelen worden normaal door backpackers vervuld. Hier is het zomervakantie en ik zie en hoor dat het Australische studenten zijn die deze werkzaamheden uitvoeren. Ik denk dat het niet gemakkelijk gaat worden om een baantje te vinden.
Met Martin neem ik nog ergens een biertje en breng ik na lange tijd weer bezoek aan de Burgerking. Als we in een van de winkelstraten vertoeven worden we benaderd door 2 Journalisten. Eentje vraagt ons of we geïnteresseerd zijn om wat vragen over motorrijders te beantwoorden die door het land trekken. Ik antwoord ja en krijg de vraag: ‘wat ik van gewelddadige groepen motorgangs vind die actief zijn rond Australië’. Spottend antwoord ik: “You serious, I reckon Australia is the safest country in the world, the situation is way more worse in Europe”. Een beetje verbaasd vraagt hij me daarom of ik een backpacker ben. Volgens mij begin ik het Australische accent ondertussen over te nemen.
Terug in het hostel krijg ik het voor elkaar om in totaal op 1 advertentie te reageren. Het is veel te warm om maar iets te doen. Morgen daalt de temperatuur iets meer en ga ik mijn sollicitatiestrategie veranderen. In plaats van het internet te gebruiken zal ik morgen wat bedrijven aflopen op zoek naar een baantje.
Ik leg voor de eerste keer sinds het verlaten van mijn reisgroep in Sydney echt contact met Nederlanders die hier gisteren gearriveerd zijn. Rob, Hannalore en Janneke hebben zich een auto gehuurd in Melbourne en zijn net als mij de hele weg naar Brisbane gereden. Rob is ervan overtuigd geraakt een auto te moeten kopen. Samen met hem spoor ik het internet af en leg hem uit hoe de koop werkt. We vinden 2 geschikte auto’s die binnen zijn budget vallen. Hij zal de verkopers morgen contacteren.
In de avond zoek ik op internet een goede plaats waar ik mijn banenjacht zou kunnen starten. Mijn oog valt op de Port of Brisbane. Ik ga ervanuit dat in de haven van deze stad wel ergens werk te vinden moet zijn. Morgen zal ik er met de auto heenrijden in de hoop een baantje te vinden. Voor nu een filmpje om de avond af te sluiten.
De film die ik gisteravond gekeken heb, heeft bijna 3 uur geduurd. Als laatste bewoner van dit hostel ging ik om 2 uur naar bed. Het ergste is dat ik het ’s morgens vroeg wakker ben door kamergenoten die al vroeg uit de veren zijn.
Niet veel later ben ik op weg naar de bibliotheek in deze stad. Ik heb namelijk geen hardcopy meer van mijn C.V. In Australië worden veel banen gezocht d.m.v. walk inns. Na de nodige documenten verzameld te hebben ben ik met Martin op weg naar de haven.
Bij een soort van informatiecentrum vragen we naar de meest voor de hand liggende plaatsen in dit gebied. Het is namelijk erg groot en de meeste bedrijven kun je niet zomaar oprijden. Binnen krijgen we te horen dat het hele havengebied via een uitzendbureau werkt. Ze geeft me het nummer en in de auto maak ik direct een telefoontje. De mevrouw aan de andere kant van de lijn antwoordt dat ik in het bezit moet zijn van een zogenoemde white card om er te kunnen werken. Het is een nationale kaart die aantoont dat je een veiligheidscursus ondergaan hebt. Martin zegt dat je deze via het internet gemakkelijk kunt afleggen.
In het hostel besluit ik de cursus te ondergaan omdat het nog wel eens van pas zou kunnen komen. De hele cursus is eigenlijk te belachelijk voor woorden. Ik krijg zo’n 150 sheets voorgeschoteld die me allemaal langzaam worden voorgelezen. De vragen die ik erna mag maken kan ik de hele tijd herhalen. Omdat ik er 60 dollar voor moet betalen denk ik dat het meer een inkomstenbron voor de autoriteiten is. Het took me 4 uur voordat ik de test eindelijk eens afgerond heb.
Om kwart over 7 heb ik afgesproken met Britt Delbresine. Ze is een bekende die bij me in de buurt woont en momenteel in Brisbane werkzaam is als au pair. Na elkaar ontmoet te hebben lopen we naar een terrasje in het hartje van de stad. Net als mij vind Britt dit ook een prachtig land. We vertellen over onze ervaringen en wat we nog allemaal op het programma hebben staan. De tijd vliegt voorbij en ik vraag haar of ze de berg die uitzicht over Brisbane geeft al heeft gezien. Haar antwoord is nee en we besluiten hier morgenmiddag een bezoek aan te brengen.
Als we de binnenstad willen verlaten, denken we er nog even over om de rekening niet te betalen. 35 dollar voor 3 biertjes en twee glazen juice d ‘range is wel erg veel. Gezien het aantal camera’s in de binnenstad, ijverige politie en hoge boetes, besluiten we het toch maar te laten. Als Nederland deze prijzen had, is het natuurlijk het proberen waard. Na met Britt mee te zijn gelopen naar de bushalte, keer ik terug naar het hostel. Ik ben erg moe van de dag ervoor en besluit vroeg naar bed te gaan.
De morgen wordt ik eindelijk eens wat later wakker. Het is 8 uur als ik volledig ontwaakt ben. Na een snel ontbijtje start ik met mijn dagelijkse telefoontje voor fruitplukwerk. Eindelijk heb ik succes en krijg een man eraan die betrouwbaar klinkt. Hij zegt dat ik maandag even moet terugbellen omdat hij nog niet helemaal zicht heeft op welk werk er beschikbaar is. Mijn gevoel is er deze keer goed bij en ik ga er een beetje van uit dat dit wel goed komt. Eerst wil ik proberen werk in Brisbane te vinden, want in de stad verblijven lijkt me nu net iets leuker.
Via internet verstuur ik nog 1 sollicitatiemail en ik ontdek iets bijzonders. Ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan als ik zie wat er is gebeurd. Iedere keer als ik een e-mail verzond, heb ik geen verificatie code ingevuld. Nu snap ik waarom ik geen reactie kreeg de afgelopen dagen. Niet vanwege de schoolvakanties (al vind ik het antwoord van het uitzendbureau nog altijd raar) maar door een domme fout. Na het verzenden van mijn e-mail krijg ik hier bevestiging van. Ik krijg direct een telefoontje voor een job interview op maandag om 9 uur ’s morgens. Tot nu toe gaat het goed, nu nog hopen op succes.
Half 12 is Britt gearriveerd bij het hostel waar ik verblijf. In de auto vervolgen we onze weg naar Mount Coot-tha, de berg die uitzicht over Brisbane biedt. Het ligt een stuk dichterbij dan ik dacht. Het is slechts 6 kilometer rijden voordat we arriveren bij deze berg. Het uitzicht over de skyline van Brisbane is mooi. Het valt me deze keer ook op dat deze stad niet zo groot is. In tegenstelling tot de skyline van Sydney en Melbourne voel ik me hier niet zo verloren.
Na genoten te hebben van het uitzicht willen we een waterval bezoeken en een Aboriginal wandelpad te bewandelen. Ik schat dat we voor een kleine 2 kilometer lopen voordat we ontdekken het foute pad gekozen te hebben. Blijkbaar hebben we ergens een bord gemist en op onze terugweg wordt dit bevestigd. Dit wandelpad is tevens een kleine 2 kilometer, dus we kunnen er nog eens 4 bijtellen. Het ergste is nog dat de waterval opgedroogd blijkt te zijn en het Aboriginal pad 19 jaar geleden aangelegd blijkt te zijn. Deze bezienswaardigheden vind ik een beetje teleurstellend en hetzelfde geld voor Britt. Beide hebben we genoeg beweging gehad voor de hele dag als ik Britt bij haar au pair adres afzet.
In het hostel nestel ik me aan tafel bij Vladimir, Amidee, Martin, Rob, Janneke en Hannalore. Vanavond is het tijd om op stap te gaan. Hopelijk heeft het uitgaansleven in Brisbane meer te bieden dan Shepperton. Janneke en Hannalore blijven als enige achter en onze tocht begint bij een tentje niet ver van ons hostel. Het is gevuld maar een echte sfeer hangt er niet. Voor ons tijd om het volgende tentje te vinden. Bij een pub waar het niet druk oogt vraag ik aan de bouncer of hij een goede plek weet om op stap te gaan. ‘It’s definately not this one’ antwoord hij me, wijzend naar de pub die hij surveilleert. Hij geeft ons advies over een leuke plaats op een niet te verre afstand. Als we arriveren oogt het van buiten inderdaad ontzettend gezellig. Als ik met wat moeite binnenkom, wat te wijten is aan de slechte staat van mijn identificatiebewijzen, is dit inderdaad een leuke tent. Terwijl de rest best snel naar huis gaat sluit ik met Rob de avond af.
Als ik mijn ogen het ’s morgens open, voel ik dat ik gisternacht iets te diep in het glaasje heb gekeken. Rob die tevens ontwaakt als ik opsta kent hetzelfde verhaal. Beide zijn we apart naar huis gelopen omdat we elkaar niet meer konden vinden. Hij zegt dat ik een minuutje na hem binnen was, op de terugweg moet hij slecht een paar meter voor me gelopen hebben. De alcohol zal mijn zicht wel beperkt hebben gedurende de wandeling.
Ik ben pas laat wakker en vul de dag met wat rondhangen in het hostel. Zo kan de kater tenminste een beetje uitwerken en heb ik nog iets van de avond. Pratend met wat andere backpackers en nog een filmpje vind ik het helemaal niet erg om te lanterfanteren. Wel loop ik tegen het eind van de middag nog even de stad in om nieuwe schoenen te kopen. Buiten mijn gympen heb ik geen andere schoenen bij me en aangezien ik maandag netjes gekleed moet zijn, koop ik een paar normale.
Als de avond valt herinnert Rob mij eraan dat er een voetbal wedstrijd gaande is. Brisbane Roar tegen Sydney FC. Ons hostel ligt op een paar 100 meter van het stadion en het is dus een bezoekje waard.
De aftrap hebben we helaas gemist omdat we te laat vertrokken. Als ik het stadion binnenstap is het wel even wennen aan de Australische voetbalcultuur. In Nederland heb ik niet veel wedstrijden bezocht maar er zijn een hoop verschillen te bemerken. Buiten is geen ME te bekennen en binnen is hier zelfs niets van te bemerken, De supporters van Sydney zitten niet in een afgesloten gedeelte maar gewoon tussen de supporters van Brisbane. Het veld kun je zo oprennen en de dug out bestaat uit plastic stoelen (ondanks dat het een mooi stadion is). Zelfs als er 2 ballen in het spel zijn wordt de wedstrijd niet stilgelegd maar schopt de scheids een naar de buitenlijn. Heel anders dan Europees voetbal.
De wedstrijd zelf vind ik in de eerste helft behoorlijk saai. Het lijkt wel of er een amateurwedstrijd gaande is. Met supporters die niet veel kabaal maken zit er niet veel actie in dit spel. Ondanks dat Brisbane de betere partij is weet Sydney de goal in de eerste helft te maken.
Gelukkig verbetert het niveau van de wedstrijd gedurende de tweede helft. De supporters beginnen meer kabaal te maken en Brisbane heeft wederom de overhand. Ondanks dat gaan ze toch de reserve tijd in met een 0-1 achterstand. In de 94ste minuut krijgen ze nog een vrije trap en het is 1-1. Het lijkt wel of een wonder gebeurd als in de 95ste minuut de 2de valt. Een spectaculair einde van de wedstrijd en mijn dag.
De maandag sta ik om 7 uur op, tijd genoeg om alle voorbereidingen voor het gesprek te prepareren. Na een lekkere douche trek ik mijn beste kleren aan. Het is effe wennen om weer schoenen, sokken, een lange broek en een blouse te moeten dragen. Met de temperaturen van hier is het geen aanrader. De bewolkte lucht en een beetje regen maken het wel iets aangenamer.
Ik moet naar het centrum van de stad voor mijn sollicitatiegesprek. Het is ongeveer een kwartiertje lopen voordat ik arriveer bij het juiste gebouw. Samen met nog een andere jongen wordt ik door een mevrouw ontvangen en ze legt de basisprincipes van haar organisatie uit. De advertentie schrijft anders voor dan ik dacht. Het is namelijk een overkoepelende organisaties voor uitzendbureaus maar wel speciaal voor mensen uit het buitenland. Ik besluit de gegevens in te vullen maar heb er niet al teveel hoop bij.
Na het gesprek loop ik met de andere jongen genaamd Mark terug door de stad. Hij heeft net als mij niet veel hoop dat er echt werk te vinden zal zijn via deze organisatie. Ik vertel nog een beetje met hem voordat ik afscheid neem en terug naar het hostel keer.
In het hostel praat ik met de eigenaar hoe het verlopen is. Ik zeg hem dat als ik niets voor vrijdag kan vinden ik vertrek naar een working hostel in Bundaberg. Tegen hen heb ik natuurlijk gezegd dat ik kom, maar dit wil ik nog even afwachten. Ik wil deze keer graag in een stad verblijven als de mogelijkheden het toelaten. Ik heb nog wel wat geld op mijn Australische rekening om door te zoeken, maar ondertussen wordt ik een beetje gek van het niets doen de hele dag. Hij snapt mijn verhaal en geeft me nog een kaartje met een betrouwbaar working hostel in de buurt van Bundaberg. Hij geeft me als advies dit donderdag te bellen. Ik besluit het aan te nemen en bedank hem voor zijn hulp.
In de middag ga ik nog een kop koffie drinken met de 3 Nederlanders. Rob, Hannalore en Janneke die hier net als mij wat rondhangen en een beetje verveeld raken. Ik verlang nu echt weer naar wat ritme. Ik hoop daarom ook snel een baantje ergens te krijgen want om dagen achter elkaar niets te doen is voor mij ook niet alles.
Na nog een lanterfanter dag begin ik deze met het verzenden van nog enkele sollicitatiebrieven. Na op een paar interessante advertenties gereageerd te hebben vragen Janneke en Hannalore of ik zin heb een potje mee te kaarten. Zij zitten momenteel op Rob te wachten die een auto aan het kopen is. Daarna willen ze vertrekken in de richting van Nimbin om hun volgende bestemming te bereiken. Na toch wel een kleine 4 uur gekaart te hebben worden de meiden een beetje ongerust. Rob heeft niets laten horen. Ze besluiten hem te bellen en krijgen geen antwoord. Gelukkig hebben ze nog het nummer van de meiden waarvan ze de auto gekocht hebben. Zij nemen de telefoon wel aan. Uit het gesprek komt een verrassend element naar voren. Rob heeft hen namelijk gister gesmst de auto toch niet te willen kopen.
Zonder pardon is hij deze morgen met zijn spullen vertrokken. Tegen de twee meiden waar hij 3 weken mee heeft rondgehangen heeft hij niet eens gedag gezegd. Ze vinden het niet erg dat hij hen niet meer wil zien, maar vinden het onbegrijpelijk dat het zo heeft moeten lopen. Zij hebben hem tenslotte geholpen met het zoeken en Engels spreken gedurende de onderhandeling.
Janneke en Hannalore willen per direct naar Nimbin gaan en niet langer in Brisbane blijven. Ik neem wel afscheid van hen als ze bepakt en bezakt het hostel uitlopen.
Even later wordt ik door Rob benaderd (een andere als hiervoor beschreven). Hij vraagt me of ik zin heb om een rondje door de stad te lopen. Geen probleem want hier wat rondhangen begint nu een beetje te vervelen. Hij is voor 6 weken in Australië om vakantie te vieren. Ik probeer de hele tijd in mijn beste Nederlands met hem te praten. Het is moeilijker geworden na een aardige tijd van alleen maar Engels spreken. Hij vraagt me dan ook aardig wat keren dat hij het niet begrijpt. Misschien dat dit ook door de combinatie van het Limburgse accent komt. Buiten het Nederlands heb ik met mijn dialect gelukkig geen problemen.
Al wandelend merk ik dat ik helemaal geen zin heb om hier te lopen. Het is niet vanwege het weer dat niet al te best is of vanwege de reden dat ik hier al gewandeld heb. Nee, het probleem is de Nederlandse haastcultuur die ik ondervind. Rob is er eigenlijk een beetje typerend voor. Klagend over de dure prijzen van dit land en met de neus overal bovenop zitten (vooral als het om foto’s gaat), maken het voor mij stereotyperend. Hiermee ga ik nog grote moeite krijgen als ik terugkeer naar Nederland.
Voor het bezoek aan het uitzendbureau morgen maak ik na teruggekeerd te zijn nog snel een test. Via internet moet ik weer een of andere training volgen. Ik lees de tekst niet door en klik verder wanneer ik kan, tot ik uitkom bij de vragen. Binnen 1 keer haal ik de nodige punten om via mijn mobiel een code te ontvangen. Zo kunnen zij me morgen toelaten voor het interview. De test zelf was ontzettend gemakkelijk.
Veel zin heb ik vandaag niet om naar de sollicitatiegesprekken te gaan. Op dit moment wil ik gewoon ergens starten om bezig te zijn. Met moeite kruip ik uit bed om met een douche en een snel ontbijt te beginnen.
Het eerste sollicitatiegesprek ligt op ongeveer 20 minuten rijden. Aangekomen is het een uitzendbureau waar we nogmaals de nodige gegevens moeten invullen. Een echt sollicitatiegesprek blijkt het niet te zijn, het is meer een screening. Mark was ook uitgenodigd maar is niet komen opdagen, wel zit er een andere jongen. Het is een Schot genaamd Peter. Beide werken we wederom aan een te gemakkelijke test. De antwoorden kunnen we zo overschrijven van de gegeven informatie die we krijgen. Australische onnodige rompslomp vind ik het maar. Het is dan ook niet vreemd dat we beide met vlag en wimpel slagen voor de test. Nu is het nog hopen dat er een telefoontje komt.
In het hostel dood ik de tijd in afwachting voor mijn volgend interview. Deze is bedoeld voor het charteren van donoren voor Amnesty International. Toen ik op de advertentie reageerde achtte ik mijn kansen klein. De advertentie kende bijna 4000 pageviews, veel meer als gebruikelijk. Ik was dan ook erg verrast toe ik een dag later gebeld werd om deel aan het interview te mogen nemen.
Bij het vestigingskantoor van Amnesty International in Brisbane raak ik gelijk aan de praat met 1 van de medewerkers. Het is mijn bedoeling om spontaan over te komen om zo meer kans te maken. De sollicitatie zelf verloopt erg soepel. In het begin van het gesprek liet Ella me weten dat ze 4 personen uit de 20 interviews van vandaag mag aannemen. Aangezien Engels niet mijn moedertaal is, dacht ik niet veel te kunnen bereiken.
Het is haar 19de interview vandaag en ik ben de eerste die maandag per direct kan starten aan de training. Ik stelde haar namelijk de:’1 million dollar question’ zei ze. Voor mij was het niet meer dan een beetje interesse tonen maar het pakt super uit. Als ik naar buiten stap ben ik nog een beetje verrast door het feit per direct te zijn aangenomen. Het geeft me in ieder geval een goed gevoel.
Als ik weer aankom bij het hostel staat me nog meer te wachten. Omdat ik een auto heb kan ik ergens zwart gaan werken met nog 3 anderen. Brandon een Engelse jongen heeft deze job kunnen regelen. Het loon is acceptabel en ik krijg nog eens 20 dollar extra voor de benzine. Eindelijk weer eens iets nuttigs om te doen. Met Martin en Amidee drink ik nog een biertje om het goede nieuws te vieren. Amidee heeft zelf ook iets te vieren. Zij heeft haar dure sofa verkocht in Frankrijk en kan nu ook weer een tijdje doorkomen.
Kwart over 6 wordt ik gewekt door de wekker. Ik ben er aan gewend er ondertussen aan gewend geraakt om op te staan rond dit tijdstip. Een Australiër waarmee ik op de kamer lig zou mee gaan werken. Hij verblijft hier al een aantal dagen maar is bijna niet van zijn kamer afgekomen. Hij heeft al zijn spullen gepakt en ik ga ervanuit dat hij naar een andere kamer gaat. Omdat ik niet echt hoogte van hem heb gekregen check ik nog even snel mijn spullen. Ik mis niets belangrijks en ga ervanuit dat hij niets gestolen heeft. Een vreemde vogel dat was ie in ieder geval wel.
Met Brandon vertrek ik naar het adres dat hem verstrekt is. In plaats van vier personen zijn we slechts met ons tweeën. De andere twee hebben het laten afweten. De baas vond het niet erg en vraagt of we alsnog willen komen. De job zou bestaan uit het schoonmaken van borden. Als ik arriveer blijken het vloerplaten te zijn die normaliter in tenten liggen als een evenement gaande is. Het is dan ook weer even wennen als ik moet beginnen. In tegenstelling tot Brandon zijn de temperaturen voor mij geen probleem. Hij is hier net een 2 weken maar moet net als mij ook weer even wennen aan werken. De eerste paar uur zijn daarom ook ontzettend zwaar voor ons.
De twee Australiërs die we uithelpen kan ik beschrijven als 2 grote chaoten. Hun spullen liggen overal in het veld verspreid en om het meeste is een hoop onkruid gegroeid. Ik vind het daarom niet gek dat veel materiaal niet bruikbaar meer blijkt te zijn. In plaats van het wassen van deze vloerplaten vegen we ze enkel af en sorteren we ze uit. De platen zijn zwaar maar de werkomstandigheden zijn erg relax. We hebben veel pauzes omdat de baas constant telefoon krijgt. De platen zijn namelijk ontzettend groot en er zijn minsten 4 personen nodig om deze op te tillen. Op het einde van de dag krijgen Brandon en ik netjes betaald. Voor mij voelt het fijn om weer eens te kunnen werken.
Tussen de werktijd door heb ik nog een telefoontje gekregen van het uitzendbureau. Zij vragen mij of ik zin en tijd heb om morgen te gaan werken. Alleen heb ik nog een gifgeel T-shirt nodig. Voor al het lichamelijke arbeidswerk (buiten fruitplukken) dat wit wordt uitgevoerd is dit in Australië verplicht. Ze vertelden mij dat ik het vanavond kan krijgen omdat het koopavond is. Als ik in het centrum arriveer zijn alle winkels helaas gesloten. Aangezien ik geen shirt van mijn werkgever kan krijgen wordt het morgen toch niet werken.
Voordat ik terugkeer ga ik nog snel voor een hapje eten naar Hungry Jacks. Een Big Whopper gaat er na een goede dag lichamelijk bezig te zijn geweest wel in. Als ik na mijn bestelling wacht op het eten, tikt iemand me op mijn schouder. Het is Peter die zich samen met mij bij het uitzendbureau heeft ingeschreven. Beide vertellen we onze verhalen onder het genot van onze bestelling. Hij heeft zijn vriendin belooft om 3 uur deze middag thuis te zijn. Een tijd afspreken is zeker niet zijn ding, ondertussen is het namelijk al half 8. Wel heeft hij genoeg gele T-shirts die hij wel van zijn werkgevers heeft gekregen. Hij zegt mij dat hij er best eentje kan missen. Lacht het toeval me deze keer toe of is het gewoon geluk. Ik snap niet goed waarom alles hier zo gemakkelijk gaat in tegenstelling tot Nederland, prettig vind ik het uiteraard wel. In ruil voor zijn T-shirt wil ik hem nog een biertje kopen. Hij weet nog wel een goede topless bar te liggen. Dit is dan ook de plaats waar we nog wat vertellen voordat ik hem bijna 2 uur later drop bij zijn verblijfplaats. Tegen zijn vriendin zeg ik dan ook dat ze mij schuldig kan achten voor zijn te laat komen. Ze vind het niet erg en hierna keer ik terug naar huis om mijn bed op te zoeken.
In mijn auto ben ik onderweg naar Port of Brisbane. Het havengebied waar ik afgelopen week geweest ben om een baantje te zoeken. Ik weet niet precies waar ik moet zijn omdat ik niet echt een adres heb. Buiten dat weet ik zelfs niet wat er van mij verwacht wordt deze dag. Als ik denk op het goede adres te zijn moet ik nog even wachten op mijn baas. Het is een overslagbedrijf voor graan. Buiten 1 persoon in de controlekamer is er nog niemand aanwezig. Het is een hele ervaring voor mij om hier te mogen wachten. De vele computers en lcd schermen maken het erg indrukwekkend. Ik vertel wat met de werknemer en hij legt mij uit dat hij een schip met 16.000 ton graan aan het laden is. In totaal duurt het 10 uur voordat meer dan 600 vrachtwagens graan in de laadruimte zitten.
Als de baas arriveert zegt hij dat ik op het juiste adres zit maar voor een andere werkgever moet werken. Door het raam van de controlekamer wijst hij naar waar ik precies moet zijn. Arriverend op mijn werkplek moet ik met nog 9 andere een 150 meter lange tent opzetten. Welke bedoeld is als een connectie tussen een cruiseschip en een terminal.
Tijdens mijn werk begeef ik me zelfs even buiten Australië (ik betreed blijkbaar een douanegebied). Het stelt niet zoveel voor maar we moeten allemaal ons paspoort registreren om in dit gebied de tent te mogen plaatsen. Ik werk deze dag met allemaal Australiërs en geen enkele backpacker. Om de een of andere reden krijg ik niet echt contact met deze mensen. Het is de eerste keer sinds mijn verblijf dat het me niet lukt met iemand in contact te komen. Ik vind het daarom uiterst jammer mijn muziek deze keer vergeten te zijn
Het werk is aardig aanpoten. Het stalen geraamte is al vaak gebruikt en het is niet gemakkelijk in elkaar te zetten. Zo nu en dan komt er dan ook wat bruut geweld aan te pas. In totaal duurt het 8 volle uren voordat de tent helemaal opgebouwd is. Aan het einde van de dag ben ik blij dat we eindelijk klaar zijn. Voor deze werkgever wil ik een eventuele volgende keer niet meer werken. Het werkterrein is weliswaar spectaculair maar omdat het niet echt lukte in contact met de werknemers te komen hoeft het van mij niet. Aanbiedingen genoeg in Brisbane, daar lig ik niet wakker van.
Als ik tegen het eind van de middag bij het hostel arriveer is het op de veranda een drukte van ja welste. Bijna iedereen zit buiten en het is een gezellige boel aan het worden. Ik besluit me bij de rest te voegen en kom buiten de mensen die ik al ken in contact met Wouter en Charlotte. Weer 2 Nederlanders die in dit hostel verblijven.
Met hen en Martin ga ik later op stap. Charlotte wil 1 liedje zingen en daarna terug naar het hostel wil keren. Martin, Wouter en ik besluiten mee te lopen. De karaokebar is namelijk niet ver verwijderd van ons hostel. Het gaat haar helemaal niet slecht af en we besluiten nog een biertje te drinken voordat we de stad in gaan.
Met Martin houd ik de nacht aardig lang vol. Nadat de clubs om 4 uur gesloten zijn hebben we ons buiten op een van de bankjes gezet. Bij ons zit nog een Australische, zij is weliswaar nog in staat onze dronken aaneengeknoopte Engelse zinnen te verstaan . Het is al licht als we te moe beginnen te worden om nog wakker te blijven. Na een lange nacht arriveren we uiteindelijk om kwart voor 6 in het hostel.
Het ’s morgens ben ik alweer om 9 uur klaarwakker. Niet van de wekker maar meer van het lawaai die de andere mensen maken met opstaan. Ik besluit nog even in bed te blijven liggen om de nodige slaap te herwinnen. Helaas wil het me niet lukken en ik besluit op te staan.
Tot mijn verbazing is Martin ook al ontwaakt. Niet omdat hij niet kon slapen maar omdat hij gister de verkeerde slaapkamer heeft gekozen. Hij had zich in de tv-kamer gelegd en is het ’s morgens door Amidee wakker gemaakt die hier moest poetsen.
Als ik langs de receptie loop wordt ik door Ben (de eigenaar) benaderd. Hij laat me weten dat ik vandaag kan starten met mijn training voor de werkzaamheden in dit hostel. Natuurlijk valt aan me te zien dat ik nog enige last van de drank ondervind. Hij verteld mij dat ik rustig mijn kater te boven kan komen en tegen het eind van de middag kan terugkomen. Rond 5 uur krijg ik de taken die ik moet uitvoeren uitgelegd. Met een behoorlijk duffe kop breng ik de middag door in het hostel. Veel krijg ik vanwege mijn kater niet gedaan. Buiten wat computeren en surfen op het internet kom ik de dag door.
Als het 5 uur is loop ik naar de receptie waar Jason me de nodige training geeft. Het stelt allemaal niet zoveel voor wat ik moet doen. Buiten het opnemen van eventuele boekingen, de kassa controleren, bier en internet verkopen en enkele poetswerkzaamheden is dit verreweg alles. In totaal ben ik niet meer dan een half uurtje bezig met deze taken. Zittend op de veranda kan ik mijn tijd volmaken. De counter is het enige wat ik in de gaten moet houden voor als iemand internet of bier wil. Morgen krijg ik de werkzaamheden nogmaals uitgelegd en maandag zal ik dit alles alleen moeten uitvoeren.
-
22 Januari 2012 - 09:07
Henk En Lies:
Jos bedankt voor je geweldig verslag.
Alleen het lezen is al een geweldig mooie "ervaring" .Veel plezier bij het vervolg van je avontuur,
Groetjes. -
24 Januari 2012 - 23:37
Anouk:
Hihi leuk verhaaltje weer! xx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley