Roadtrip to Cairns (part 1) - Reisverslag uit Airlie Beach, Australië van Jos Dohmen - WaarBenJij.nu Roadtrip to Cairns (part 1) - Reisverslag uit Airlie Beach, Australië van Jos Dohmen - WaarBenJij.nu

Roadtrip to Cairns (part 1)

Door: josdohmen

Blijf op de hoogte en volg Jos

09 Juni 2012 | Australië, Airlie Beach



Verdomme, ik kan bijna zeggen dat Brisbane als een tweede thuis plaats is gaan aanvoelen. Blij was ik toen ik deze stad inruilde voor Nieuw-Zeeland. Nu ik weet dat ik hier voorlopig niet naar terugkeer, voelt het afscheid hetzelfde als het verlaten van Nederland. Met wat pijn in mijn hart laat ik deze stad en de vrienden die ik hier heb gemaakt achter me.
Op de veranda maak ik me rustig klaar voor het vertrek in Noordelijke richting. Mijn auto bied ik via internet al te koop aan in Darwin, mijn kamer ben ik al uitgecheckt en na een laatste douche stap ik in de auto. Op zoek naar het volgende avontuur.

Rijdend richting de Sunshine Coast doe ik onderweg nog inkopen voor het nodige water en proviand. Een echt plan over wat ik allemaal onderweg wil ondernemen heb ik nog niet. Wel heb ik een aantal plaatsen in gedachte die ik zeker wil gaan bezichtigen.

Mijn eerste stop bereik ik niet al te ver buiten Brisbane. Het gebied waarin ik me verkeer heet de Glasshouse Mountains, welke haar naam aan Australisch officiële ontdekker Thomas Cook te danken heeft. Als ik naar het uitkijkpunt rij dat uitzicht bied over deze vallei sta ik versteld van het wauw effect van deze omgeving. Het vlakke landschap wordt gekarakteriseerd door enkele heuvels die ontstaan zijn uit vulkanisch gesteente. Buiten de mooie aanblik weet moeder natuur er nog een schepje bovenop te doen. Westelijk zie ik de zon te onder gaan en ten Oosten verschijnt een enorme maan aan de horizon. Het lijkt wel of ik me in een sciencefiction wereld bevind. Of het astronomisch veel voorkomt weet ik niet, maar het is zeker een speciale aanblik.

Als de zon onder is en de maan kleiner wordt naarmate deze hoogte wint, besluit ik mijn weg naar de Sunshine Coast te vervolgen. Voordat ik deze bereik vind ik een rustplaats net buiten de Sunshine strip. In mijn auto ga ik hier de nacht bivakkeren.


Vast geslapen heb ik niet afgelopen nacht en ik ben ook nog eens ontzettend vroeg wakker. Het is erg koud geweest en ik had ook nog eens geen oordoppen. Het lawaai langs de weg kon ik daarom goed horen. Gelukkig weet ik het vroegste gedeelte van de morgen te doorbrengen met een ochtendwandeling bij een nabijgelegen wandelpad. Na de verschillende wandelpaden die ik al belopen heb vind ik deze niet meer zo speciaal. Wel wordt ik er fit en wakker van.

Arriverend in De Sunshine Coast krijg ik eenzelfde impressie als de Goldcoast te zien. Een lange strip zand met heel wat winkels en enkele grote hotels en appartementencomplexen. Na een wandeling over het strand vraag ik bij het informatiecentrum wat een leuke activiteit is om hier te doen. Ik krijg te horen dat het aqua park aantrekkelijk moet zijn. Zo kan ik al een impressie van het Great Barrier Reef te zien. In Sydney heb ik weliswaar al iets soortgelijks bezocht maar een zeehondenshow hadden ze daar niet. De morgen breng ik door in dit park waarna ik mijn weg naar Noosa Heads vervolg.

Noosa is het St. Tropez van Australië. Ik bemerk het direct als ik door bepaalde straten van deze stad rij. Het zijn vooral dure huizen soms gelegen aan het water die hier te vinden zijn. Ikzelf ga voor het natuurpark dat zich hier bevind. Een wandeling van zo’n 8 kilometer brengt me door het natuurpark naar de sunshine strip. Het gebied zelf laat me denken aan de Abel Tasman waarvan ik een stukje in Nieuw-Zeeland heb afgelegd. Langs de kustlijn zijn enkele mooie bezienswaardigheden te vinden waar ik de nodige foto’s schiet. Als ik drie uur later aankom bij het einde neem ik de bus terug om terug te gaan naar mijn auto.
Nog even snel oordoppen kopen in een lokale apotheek en ik vervolg mijn weg nog een stukje Noordelijker. Onderweg geniet van wat muziek en een mooie zonsondergang. Voorbij het plaatsje Gympy vind ik mijn volgende slaapplaats als het donker wordt. Na een stevige maaltijd probeer ik een beetje een plan te trekken over wat ik wil gaan doen. Frasier Island gaat toch mijn volgende stop worden. In eerste instantie wilde ik het passeren omdat het me te toeristisch leek. Met de gedachte aan Moreton Island, neem ik me voor de trip voor morgenvroeg te boeken.


Nadeel is dat ik de dag moet spenderen in Hervey Bay. Het is een plaats waar niet echt veel te beleven valt. Ik ben weliswaar ingecheckt bij een hostel maar er bevinden zich hier bijna geen backpackers. Helaas geen mensen om de dag mee door te brengen. Na de ochtend uitgerust te hebben besluit ik de gok te wagen en het stadje te bezichtigen. Zoals gedacht is het een grote teleurstelling als ik aankom in het stadscentrum. Buiten enkele grote winkels valt er geen klap te beleven. Ik besluit mijn weg te vervolgen naar het havengebied en wandel wat langs enkele vissersbootjes die voor anker liggen.
Mijn oog valt op een enorme pier niet ver van deze haven verwijderd. Ik besluit erheen te rijden om op onderzoek uit te gaan. De pier met een totale lengte van 253 meter is een echte eyecatcher. Op een van de borden lees ik dat Hervey Bay tot 1985 de belangrijkste exporthaven was voor suikerriet. Als ik de pier oploopt bemerk ik hoe vriendelijk de mensen hier zijn. Iedereen zegt me een goede dag, er is niet een persoon die niets zegt. In vergelijking met Brisbane is het plattelandsleven een stukje vriendelijker (Al zijn de Brisbaniers weer een stuk vriendelijker als de algemene Nederlander ).

De avond zit ik met goede hoop in de ontmoetingsruimte. Hopend zit ik te wachten tot wat andere backpackers binnenkomen. Alleen reizen heeft zo zijn voordelen maar om de hele dag alleen rond te dwalen is ook niets. Helaas blijft het deze keer akelig stil in de ontmoetingsruimte. Buiten een oudere vrouw en twee oudere Australiërs blijft het een dooie boel. Gelukkig is mamz online en met haar sluit ik mijn avond skypend af.


Het ’s morgens doe ik nog enkele ochtendrituelen voordat ik me naar het boekingskantoortje begeef. Mijn reisorganisatie heeft haar kantoor op deze campinggrond gevestigd. Dit maakt het voor mij gemakkelijk met parkeren van de auto en er komt geen zoekwerk aan te pas. Er verschijnen drie grote vier wiel aangedreven Toyota’s voor mijn neus. In allen zitten al wat mensen die op andere locaties zijn opgehaald. Na betaald te hebben worden 2 Duitse backpackers, een Nederlandse backpackster, een Australisch koppel en ik in de grootste auto gezet. Fritz onze van Oostenrijks afkomstige reisbegeleider en Travis (afstammeling van de Aboriginals van Frasier Island) gaan ons vandaag rondleiden.

Met het veer steken we over naar Frasier eiland. Ik kom al gauw aan de praat met de Nederlandse Anne. Zij is maar al te blij dat ze even Nederlands kan praten. Zij blijkt ook al een behoorlijk tijdje in Nieuw-Zeeland rondgereisd te hebben. We wisselen onze verhalen uit totdat we arriveren op het eiland.
Via een smal zandweggetje welk dwars door de het woud loopt komen we uit bij Lake Mc. Kenzie. Het is een kraakhelder zoetwatermeer op dit zandeiland (welk tevens het grootste zandeiland ter wereld is). De gidsen hebben ons verteld dat het zwemmen in dit meer je jonger moet maken. Voor mij hoeft het niet (ik voel me af en toe net weer een puber hier) maar de oudere voornamelijk Australiërs, maken hun handen en gezicht goed nat. Tevens krijgen we een ontbijt en Travis doet nog een Aboriginal welkomstdans voor ons.
Uitgegeten en gekeken vervolgen we onze weg naar de andere kant van het eiland. We komen uit bij 70 miles Beach. Een strand van ongeveer 100 kilometer lang wat tevens een erkende snelweg blijkt te zijn. De rit verloopt best snel omdat we met 80 kilometer per uur over het strand scheuren. We stoppen bij een dode walvis die gisteren bleek te zijn aangespoeld. Hij is nog niet volwassen maar heeft toch een lengte van ongeveer 10 meter. Helaas hebben ze het dier al verplaats achter enkele kleine duinen waardoor we het niet helemaal goed zien (ze hebben het dier verplaats omdat het nog altijd een erkende snelweg is en een andere reden is, de stank die het dier veroorzaakt in een later stadium van ontbinding). Uitstappen mogen we ook niet omdat er teveel Dingo’s (wilde honden) hun lunch komen halen. Wel heb ik voor de eerste keer in mijn leven een (weliswaar dode) walvis gezien.
Onze volgende halte is een scheepswrak dat al een aardig tijdje naast de snelweg blijkt te liggen. Er wordt me iets duidelijk van een bruiloft die in de soep is gelopen. Waar het precies om gaat durf ik niet te zeggen, wel is het een behoorlijk groot scheepswrak.
Na enkele foto’s van het wrak geschoten te hebben komen we uit bij Indian Heads. Dit is de geboorteplaats van Frasier Island. Het is een niet al te grote rotsformatie die is opgebouwd uit vulkanisch gesteente. Zand heeft zich door de jaren heen achter deze rotsformatie opgehoopt waaruit Frasier Island is geboren. Indian Heads heeft haar naam weer te danken en kapitein Cook. Toen hij met de Endeavour langs dit eiland voer probeerden Aboriginals vanaf Indian Heads hem te waarschuwen voor klippen. Helaas voor Cook, snapte hij de boodschap niet waardoor hij later in het plaatsje 1770 aan land is moeten gaan. Door de vele adelaars veren die de Aboriginals op hun hoofd droegen heeft hij de rotsformatie Indian Heads genoemd.
Vanuit de rotsformatie Indian Heads kijk ik uit over een stuk van het eiland. Het is een vreemd omgeving die ik nog nooit eerder heb gezien. Het is moeilijk te omschrijven maar bomen, een zandvlaag die er dwars doorheen loopt en een kustlijn maken het een schitterende omgeving. Onderaan Indian Heads krijgen we een lunch aangeboden. Travis speelt nog wat op de Digeridoo en wij moeten raden welke dieren hij nadoet.
Onze laatste halte stopt bij de champagne pools. Het zijn een soort van ronde baden die in de kliffen ontstaan zijn. Voor de Aboriginals dienden deze baden als visvallen. Golven die de baden iedere keer overspoelen, zorgen ervoor dat vissen niet terug de zee in zwemmen. Tegenwoordig dienen deze baden meer als recreatie voor toeristen. Niemand van onze groep gaat er zwemmen. We stoppen hier maar een half uur voordat we terugkeren wat niet bepaald veel tijd is om een duik te nemen.

De rit terug loopt voorspoedig, het is erg stil in de grote Toyota. Iedereen geeft hiermee aan ook een beetje moe te zijn van de reis en alle indrukken. Als we weer arriveren bij de veerpont en uiteindelijk bij de camping neem ik van iedereen afscheid en stap in de auto. Het is weliswaar donker maar ik wil nog een stukje verder rijden om korter bij Agnes Water, Town of 1770 te komen. Een rit van 1,5 uur brengt me bij een rustplaats langs de weg waar ik de nacht ga doorbrengen.


Na het ’s morgens ontwaakt te zijn gaat mijn tocht verder in Noordelijke richting. In totaal is het nog eens 2 uur rijden voordat ik uitkom bij het plaatsje 1770. Bij het informatiecentrum neem ik uitgebreid de tijd om te ontbijten. Het is vooral fruit dat mijn maag deze morgen doet vullen. Met een volle maag loop ik naar binnen en vraag naar de belangrijkste bezienswaardigheden.

Kapitein Cook heeft in dit plaatsje als eerste voet gezet in Queensland. Er is hier een monument voor hem opgericht dat ik eerst ga bezichtigen. Een plakkaat in een soort van Obelisk geeft weer dat op 24 mei 1770 er voor het eerst voet aan land werd gezet door de bemanning van de Endeavour. Na een paar vlugge foto’s rij ik verder naar het uitkijkpunt dat uitzicht over de baai bied.
Aankomend parkeer ik mijn auto en bewandel ik rustig aan het pad naar boven. Ik zie 2 koppels zo’n 10 meter uit elkaar staan en als ik gedag zeg en het eerste koppel wil passeren zegt het meisje: ‘are you sure that you wanna walk on?’. Nietsvermoedend zeg ik ja, totdat ik voor me een slang op mijn pad zie liggen. Een Duits koppel dat achter de slang staat is het nietsvermoedend gepasseerd. Het Zweedse koppel en ik vragen ons af wat te doen. Zij besluiten er rustig langs te lopen en ik volg. Het dier geeft geen krimp en lijkt het allemaal prima te vinden. Giftig of niet het was wel even slikken om deze te passeren.
Het uitkijkpunt biedt een mooi uitzicht over de baai. Na enkele foto’s geschoten te hebben loop ik samen met het Zweedse koppel terug over het wandelpad. De slang is gelukkig verdwenen en zo te zien heeft het Duitse koppel de terugweg ook overleeft. Of het allemaal de moeite waard is geweest om dit beest voor deze paar foto’s te passeren betwijfel ik. Wel ben ik in de voetsporen van Kapitein Cook getreden.

Ik besluit door te rijden naar het plaatsje Rockhampton. Biefstukhoofstad van Australië is het eerste wat ik te horen krijg als ik het informatiecentrum binnenloop. De vrouw geeft mij een aantal folders over wat er in het stadje zoal te doen is. Eenmaal buiten sta ik niet echt te trappelen om een van deze attracties te aanschouwen. Wel maak ik nog een wandeling door het stadje en bewonder een soort van western architectuur die het plaatsje rijk blijkt te zijn.
Na mijn wandeling rijd ik nog een uurtje verder in de richting van Airlie Beach. Als mijn ogen moe beginnen te worden besluit ik halt te houden bij een rustplaats. Na wat gratis thee begin ik met de bereiding van een simpele pasta waarmee ik tevens mijn avond afsluit.


Mijn weg vervolgt zich de volgende morgen wederom Noordelijk naar Airlie Beach. Ik arriveer hier tegen het einde van de ochtend. Na mijn auto geparkeerd te hebben, ga ik op zoek naar een aanbieder om een zeiltocht naar de Whitesundays te boeken. Het duurt niet lang voordat ik een geschikte zeilboot gevonden heb. Vanaf morgenmiddag ga ik 2 dagen en nachten vertoeven op een zeilschip welk de Boomerang heet. Bij de prijs zit ook nog een hostel inbegrepen, waar ik mijn eerste nacht en de dag na mijn zeiltocht kan verblijven.

Ik merk dat ik toch een beetje moe ben van het rijden en bivakkeren in de auto. De laatste dagen betroffen vooral lange ritten en geen vaste slaap (helaas kon ik niet aan een stuk doorslapen in de auto). De middag lig ik daarom vooral op het bed van mijn hostelkamer uit te rusten. In de namiddag besluit ik een wandeling langs de kust te maken. Ik ben al snel uitgelopen want mijn maag begint een beetje te knorren. Als ik bij de fish en chips kraam sta komt Marlies voorbij gelopen. Een van de reisgenote waarmee ik in Australië ben aangekomen. Ik wist dat zij een zeilcursus hier volgde en ik spreek met haar af dat ik haar bel.
Na nog wat lanterfanteren in bed besluit ik me bij Marlies en een aantal van haar vrienden te voegen. We vertellen over onze avonturen in Australië en zien dat er ontzettend veel mensen uit de pub worden gegooid. Na bijgepraat te zijn nemen we afscheid. Nu lig ik op mijn kamer van het hostel te genieten van een liveband die onder onze kamer speelt. Gelukkig heb ik mijn oordoppen nog. Slapen zal in ieder geval geen probleem worden.

















  • 09 Juni 2012 - 20:39

    Henkenlies:

    Ondanks dat deze keer niet zo heel veel nieuws te vertellen valt (foto's nog niet gezien!), toch veel dank en wensen we je een heel mooie voortzetting !!!!
    Groetjes.

  • 10 Juni 2012 - 06:39

    Tante Ria:

    Hallo Jos
    Toch wel vreemd, dat je zo was ingeburgerd in Brisbane, maar je hebt er dan ook al een hele tijd geleefd en er heel veel mensen leren kennen in die tijd. Daarom valt het je nu natuurlijk ook wel een beetje zwaar om nu in je eentje te trekken. Maar je ziet wel dat je moet oppassen voor slangen.
    Ik volg je reis nog steeds met volle aandacht.
    Wat geweldig ook van Jules en Manon, die reis naar Las Vegas. Die zijn ook dolenthousiast, maar dat is alweer bijna voorbij,terwijl jij toch nog wel 3 maanden tegoed hebt.
    Hier gaat alles zo`n beetje zijn gangetje, geen bijzondere dingen, alleen het weer wil nog geen zomer worden,nu schijnt toevallig nog eens de zon, maar van de week heeft het veel geregend en heel hard gewaaid.Wel leuk dat je zo af en toe toch nog mensen tegenkomt, waar je al vaker mee bent omgegaan in Australië.
    Geniet nog maar lekker van je mooie reis
    Groetjes en tot het vervolg van je verhaal.

  • 10 Juni 2012 - 12:09

    Jeanne / René:

    Jos, nog steeds volgen we je prachtige reisverslagen. Met veel genoegen nemen we hier steeds kennis van.
    Verhalen zijn vele malen interessanter dan de vreemde politieke stuiptrekkingen in het Steinse.
    Prachtig jouw proza, laat ons meegenieten van de ongetwijfeld nog prachtige ervarigen. Opmerkelijk dat zowel uit verslag als foto's blijkt dat er meer vrouwelijke dan mannelijke backpackers zijn. Is deze conclusie juist?

    De groete oet Aelse en ver wunsche dich wiejer 'n gooj en sjaon reis.

    Jeanne / René Snellings

  • 17 Juni 2012 - 08:54

    Jo Dohmen:

    Weer heel wat gezien op weg naar azie. Ook fijn dat mam nu weet dat er slangen zitten, die niets doen. Boeiend beschreven die passage....
    Amuseer je... en de ogen open houden!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Airlie Beach

Jos

Actief sinds 01 Sept. 2011
Verslag gelezen: 317
Totaal aantal bezoekers 44832

Voorgaande reizen:

20 September 2011 - 30 November -0001

Down Under & South/East Asia

Landen bezocht: